Marsh’ Nationale Benchmark Schadeverzekeringen: Vier van tien bedrijven verwacht komende renewalperiode slechtere polisvoorwaarden en bijna drie een premieverhoging


Volgens een merendeel van de deelnemers aan het Nationale Benchmark Schadeverzekeringen-rapport van Marsh houdt de verhardende zakelijke verzekeringsmarkt dit najaar nog aan. Zo denkt 41% dat de voorwaarden (veel) verder zullen verslechteren en 29% dat de premies (veel) gaan stijgen. De negatieve verwachtingen leven vooral bij bedrijven die aangeven dat ze zich bij de vorige continuatie overvallen voelden door de verharding omdat ze er onvoldoende van op de hoogte waren. Slechts 12% verwacht verbeteringen en 37% denkt dat zowel de premies als de voorwaarden nagenoeg gelijk zullen blijven.

In een toelichting melden de auteurs van het rapport: “Verzekeraars hebben te maken met een toename van schadeclaims, onder meer door klimaatveranderingen en gewapende conflicten. Tegelijkertijd dalen de opbrengsten van de belegde premies en stijgen de kosten van herverzekering. Verder hebben verzekeraars te maken met veranderende regelgeving, onder meer wat betreft ESG-risico’s. Gevolg is dat ze vaak hogere dekkingseisen stellen én de premies verhogen.”

 De rapporteurs benadrukken  dat “in tijden van economische onzekerheid het zaak is om goed te hoogte te blijven van ontwikkelingen in de verzekeringsmarkt”. Uit het rapport blijkt echter dat de kennis van de marktontwikkelingen beperkt is bij ondernemend Nederland.  Circa 40% van de bedrijven is slechts gedeeltelijk op de hoogte van de ontwikkelingen in de (wereldwijde) verzekeringsmarkt en de impact ervan op hun verzekeringscontracten. Zo’n 12% weet helemaal niet hoe de markt zich ontwikkelt. Deze groep bedrijven is dus onvoldoende voorbereid op de komende continuatieronde. 15% van de respondenten geeft aan ‘volledig’ op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen op de verzekeringsmarkt en 12% ‘goed’. Bij  37% van de directies staat de prioriteit van de continuatie van het verzekeringspakket hoog op de  agenda ; 34% van de respondenten bestempelt een en ander als ‘belangrijk’en bij 29% heeft de continuatie van het verzekeringspakket geen of een matige prioriteit.

Impact van risico’s meestal niet duidelijk

De route naar een succesvolle continuatie zou volgens Marsh moeten beginnen met een diepgaande analyse van de mogelijke impact van risico’s op de bedrijfsvoering. Dat bepaalt immers wat je wel en niet wilt verzekeren en voor welke bedragen. Lang niet alle bedrijven zijn hiervan doordrongen. Slechts een kwart van hen noemt deze stap, driekwart van de bedrijven analyseert derhalve niet diepgaand welke impact risico’s kunnen hebben.

Het meest genoemd is het vergelijken van verschillende verzekeringsoplossingen (44%), op de voet gevolgd door het analyseren van condities en voorwaarden (42).  “Men begint dus aan de aanbodzijde in plaats van eerst naar de verzekeringsbehoeften te kijken.”. Een kwart noemt daarnaast het aanscherpen van de interne risk & compliance cultuur en 27% het doorvoeren of controleren van adequate preventiemaatregelen.

Redenen voor het ontwikkelen van een strategie

De eerste categorie bedrijven die een verlengingsstrategie (renewal-strategie) ontwikkelt, doet dit vanwege de negatieve ervaringen in de vorige continuatieronde. Ze werden verrast door premiestijgingen en verslechtering van de voorwaarden omdat ze hierover niet tijdig waren ingelicht. De tweede categorie heeft zich wel laten begeleiden en was dus op de hoogte. Deze bedrijven zoeken met name strategische assistentie bij het implementeren van aanvullende preventie-eisen. Uit het rapport komt verder naar voren dat de meeste bedrijven (49%) een renewal-strategie ontwikkelt samen een tussenpersoon, makelaar of verzekeraar en 23%  doet dat zelfstandig. De resterende 28% van de bedrijven heeft derhalve geen renewalstrategie

Een andere uitkomst is dat bedrijven gemiddeld een half jaar voor de prolongatiedatum met het verlengingsproces beginnen. Drie van de tien (31%) doet dat vier tot zes  maanden ervoor, 18,7% meer dan negen maanden vooraf, 16% tussen zeven en negen maanden daarvoor, 24,7% twee tot drie maanden vooraf en  5,7% een maand van te voren.  3,9% bereidt zich helemaal niet voor.”