Onderzoek Mercer: Thuiswerken niet langer noodmaatregel maar belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde

Corona betekende voor veel bedrijven een aardverschuiving, doordat op afstand werken de standaard werd. Inmiddels is thuiswerken een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde, blijkt uit onderzoek van adviesbureau Mercer.  

Waar thuiswerken voor de coronapandemie bij veel bedrijven onbespreekbaar was, is het inmiddels breed geaccepteerd. Uit onderzoek van Mercer blijkt dat bijna driekwart van de ondervraagde bedrijven inmiddels beleid heeft ontwikkeld voor werken op afstand. Zo vindt zelfs 47% van de werkgevers het bijvoorbeeld prima als thuiswerken vanuit het buitenland gebeurt. Nog eens een op de vijf bedrijven is bezig beleid voor thuiswerken te ontwikkelen of is dat van plan. 

Bedrijven zijn onder meer bezig om te beschrijven wat de afspraken zijn als mensen vanuit het buitenland willen werken. Dat is belangrijk want er zitten nogal wat haken en ogen aan, zoals het tijdsverschil, belastingafdracht en verzekeringen. Daarom denken steeds meer bedrijven serieus na over wat ze daarin wel en niet kunnen aanbieden. Anouk Potman: ‘Met flexibele en persoonlijke arbeidsvoorwaarden kunnen bedrijven zich onderscheiden van de concurrentie en zo personeel aan zich binden. Met de huidige krapte op de arbeidsmarkt is dat belangrijker dan ooit.”  

Tevreden medewerkers belangrijkste drijfveer 

Hoewel thuiswerken is omarmd, meten 9 op de 10 bedrijven niet of thuiswerken van invloed is (geweest) op de productiviteit van medewerkers. Van de werkgevers die de productiviteit wel monitort – zoals consultancy- en IT-bedrijven – constateert de helft een productiviteitsgroei.  

Toch is dat niet de voornaamste reden om thuiswerken te stimuleren. Het lijkt erop dat bedrijven het vooral belangrijk vinden dat medewerkers tevreden zijn. Optimale flexibiliteit en autonomie zijn daarin van belang.

\

Anouk Potman van Mercer legt uit: “Toen iedereen begon met thuiswerken, werden mensen ineens productiever dan ooit. Later normaliseerde het weer. Zolang het goed gaat met de productiviteit, zien organisaties vaak geen reden om te onderzoeken waar hun medewerkers het beste presteren. Het heeft ook met vertrouwen te maken van werkgevers in medewerkers die thuiswerken.”   

Maar of de productiviteit nu beter of slechter is: verreweg de meeste bedrijven – 83 procent – vindt thuiswerken hoe dan ook een succes. 

Thuiswerkvergoeding nog niet vanzelfsprekend 

Vandaag de dag werken de meeste medewerkers gemiddeld twee dagen per week vanuit huis. Toch vergoedt slechts 44% van de werkgevers de inrichting van een thuiswerkplek – en dat terwijl de werkgever een verantwoordelijkheid heeft voor een veilige en gezonde werkplek, óók thuis. Van de werkgevers draagt 54% met een vergoeding bij aan de internetverbinding of energiekosten. 

Meer thuiswerken en explosief gestegen energieprijzen zorgen wel voor vragen over de hoogte van de thuiswerkvergoeding. “Bedrijven zijn vooral benieuwd wat de concurrent doet. Wij adviseren ze juist om zelf positie te kiezen en te bepalen wat voor een werkgever je wilt zijn. Als het personeelsbeleid oprecht bij de organisatie past en waar je voor staat als werkgever maakt het niet uit wat je concurrenten doen”, aldus Anouk Potman.  

In Nederland is de eerste 2 euro thuiswerkvergoeding onbelast. Gemiddeld betalen werkgevers zo’n 25 euro per maand per medewerker aan thuiswerkvergoeding. 

Zorgen over welzijn en betrokkenheid 

Hoewel er veel tevredenheid is over werken op afstand, zijn er ook zorgen vertelt Anouk Potman van Mercer: “De grootste zorgen gaan over het mentale welzijn van thuiswerkers en het goed managen van teams op afstand. Medewerkers moeten zich verbonden blijven voelen met het bedrijf en de collega’s. Bij thuiswerken is dat soms lastiger te organiseren dan bij teams die regelmatig of volledig op kantoor werken. Dat geldt ook voor bewaren van een goede balans tussen werk en privé.”