1.420 mensen overleden aan COVID-19 in tweede kwartaal

In het tweede kwartaal van 2022 zijn 1.420 mensen overleden aan COVID-19. Dat waren er bijna 2.000 minder dan in het eerste kwartaal, toen 3.564 mensen hieraan overleden. Dit meldt het CBS op basis van de voorlopige cijfers over doodsoorzaken.

COVID-19 was in 3,5% van de ruim 41.000 sterfgevallen in het tweede kwartaal de doodsoorzaak. In het voorgaande kwartaal was dat 8,3% van de ruim 43.000. Twee derde van de 1.420 overledenen aan COVID-19 was 80 jaar of ouder. 6% was jonger dan 65 jaar.Aandeel sterfte aan COVID-19 hoger bij Wlz-zorggebruikers

In de eerste week van april was COVID-19 de doodsoorzaak van 12%van de sterfgevallen van gebruikers van langdurige zorg (Wlz), zoals bewoners van verpleeghuizen of gehandicaptenzorginstellingen. Daarna nam dit af tot enkele procenten, om in de laatste week van juni (week 26) weer op te lopen naar 6 %.

Bij de rest van de bevolking was het aandeel sterfgevallen aan COVID-19 lager dan bij de Wlz-zorggebruikers. Dit was begin april nog 6% en nam af tot enkele procenten, om in de laatste week van juni weer te stijgen tot 4%.

Oversterfte tweede kwartaal

In april, mei en juni overleden elke week, behalve in de laatste week van mei, meer mensen dan voor die periode verwacht kon worden. Vooral bij Wlz-zorggebruikers en 65-plussers was er oversterfte.

In het tweede kwartaal van 2022 overleden 46% minder mensen aan COVID-19 dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. De sterfte aan ziekten van de ademhalingsorganen was hoger dan in het tweede kwartaal van 2021 en van voorgaande jaren. Dit heeft mogelijk te maken met de griepepidemie die vanaf half maart dertien weken lang in Nederland heerste (RIVM)