Insurance Europe: Europese standaarden voor duurzaamheidsverslaglegging zijn welkom, maar moeten worden verfijnd en gefaseerd worden ingevoerd

In een gezamenlijke reactie op een raadpleging door de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) over haar ontwerp voor de European Sustainability Reporting Standards (ESRS), hebben Insurance Europe en het CFO Forum een aantal aanbevelingen gedaan, waaronder de dringende noodzaak van een gefaseerde invoering. De Europese verzekeraars hebben zich ertoe verbonden de overgang naar een duurzamere economie te ondersteunen en de klimaatverandering dringend aan te pakken. De Europese verzekeringssector staat volledig achter de doelstelling van de EU om Europa tegen 2050 om te vormen tot een klimaatneutraal continent en is bereid om aan die doelstelling bij te dragen.

De Europese verzekeraars steunen dan ook de ambitieuze doelstelling van de Europese Commissie om een robuust kader voor duurzaamheidsrapportage te ontwikkelen via de richtlijn inzake verslaglegging over de duurzaamheid van ondernemingen (Corporate Sustainability Reporting Directive – CSRD). Verzekeraars hebben de gegevens die de MVO-richtlijn zal opleveren nodig om milieu-, sociale en governancefactoren volledig te ontwikkelen en te verankeren in hun manier van werken, om vooruitgang te boeken met de plannen voor net-nul-overgang en om te voldoen aan de verplichte rapportageverplichtingen. Meer in het algemeen zal de MVO-richtlijn ook zorgen voor een grotere transparantie over de manier waarop veel bedrijven sociale en milieuproblemen aanpakken en aanpakken.

Om ervoor te zorgen dat de normen voor duurzaamheidsrapportage van voldoende kwaliteit zijn en hun doelstellingen bereiken, wil de verzekeringssector echter het volgende opmerken:

  • Alle gebieden die door de normen worden bestreken, zijn belangrijk. Het is echter niet realistisch om te proberen alle voorgestelde normen in de zeer korte beschikbare tijd af te ronden en dit zou normen kunnen opleveren die niet van voldoende kwaliteit zijn. Er is dringend behoefte aan een gefaseerde aanpak bij de ontwikkeling en implementatie van het ESRS. De eerste fase moet uitsluitend gericht zijn op normen die verband houden met verplichte verslaglegging (bv. de verordening inzake informatieverstrekking over duurzame financiering en de EU-verordening inzake taxonomie) en op vereisten die overlappen met de normen van de International Sustainability Standards Board (ISSB);
  • De verzekeringssector steunt de ambitie van de EU om verder te gaan dan het mondiale basisscenario van de ISSB, met als duidelijk doel dat naleving van de Europese normen betekent dat automatisch aan de relevante ISSB-normen wordt voldaan (bekend als “superequivalentie”);
  • Europese normen voor duurzaamheidsverslaglegging moeten de voorkeur geven aan kwaliteit en relevantie boven volledigheid;
  • Ondernemingen moeten hun inspanningen efficiënt kunnen richten op de normen die betrekking hebben op relevante en materiële activiteiten en effecten. EFRAG moet het weerlegbaar vermoeden (dat ondernemingen verplicht alle gebieden als relevant te beschouwen tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen), zoals het thans wordt voorgesteld, niet invoeren, aangezien dit niet alleen tot inconsistenties met de financiële verslaglegging en de ISSB-voorstellen zou leiden, maar ook tot een situatie zou kunnen leiden waarin de inspanning om niet-openbaarmaking te rechtvaardigen door gebruik te maken van het weerlegbaar vermoeden, groter zou zijn dan de inspanning om immateriële gegevens te rapporteren.

De definitie van waardeketen voor de financiële sector is momenteel te vaag en moet worden verduidelijkt. Dit houdt onder meer in dat moet worden verduidelijkt dat een doorkijk naar (alle) investeringen, cliënten en polishouders voor alle informatieverschaffing niet vereist is, gezien de aanzienlijke implicaties voor de verslaglegging en de uitdagingen in verband met de beschikbaarheid van gegevens