Minister Weerwind (Rechtsbescherming): Provisieverbod is is nu niet aan de orde

“De bestaande norm- en regelgeving bieden voldoende adequaat bescherming aan slachtoffers met letselschade tegen malafide praktijken, waardoor een provisieverbod wat mij betreft nu niet aan de orde is”. Dat heeft Minister  Franc Weerwind van rechtsbescherming geantwoord op Kamervragen van de Tweede Kamer-leden Van Nispen (SP) en Ellian (VVD over de praktijk van belangenbehartigers die gegevens van slachtoffers kopen om zaken binnen te halen

Desgevraagd zei hij onder meer bekend te zijn met de praktijk van belangenbehartigers die gegevens van slachtoffers kopen om zaken binnen te halen en dat “het belangrijk is  dat vraag en aanbod van (juridische) diensten op een goede wijze bij elkaar worden gebracht.”

Vrije keuze

Op de vraag waarom het is toegestaan voor bijvoorbeeld assurantietussenpersonen om gegevens van slachtoffers te verkopen aan belangenbehartigers en welk baat  een slachtoffer daarbij heeft, antwoordde hij: “Slachtoffers van letselschade krijgen ongewild te maken met allerlei regels en procedures. Omwille van het op goede wijze bij elkaar brengen van vraag en aanbod van (juridische) diensten, onder meer via bemiddelingswebsites, is het onder omstandigheden mogelijk dat een beloning wordt toegekend of ontvangen voor het verkrijgen of doorverwijzen van opdrachten. Uitgangspunt hierbij is dat een letselschadeslachtoffer een vrije keuze heeft en uiteindelijk terecht komt bij de voor hem of haar meest geschikte belangenbehartiger. Het kan in bepaalde gevallen mogelijk ook zo zijn dat de doorverwijzer bepaalde werkzaamheden verricht waarop de betaling ziet. Bij het verkopen van gegevens van slachtoffers dient wel te worden voldaan aan de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Dit betekent dat er een rechtsgrondslag moet zijn om de gegevens te verstrekken. In casuïstiek als deze is in beginsel toestemming van het slachtoffer de aangewezen grondslag.”

Verschillende beroepsgroepen

Er zijn volgens de minister verschillende beroepsgroepen die optreden als belangenbehartiger in letselschadezaken. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om advocaten en assurantietussenpersonen. “Advocaten mogen onder voorwaarden een beloning toekennen of ontvangen voor het verkrijgen of doorverwijzen van opdrachten. Advocaten zijn onderworpen aan toezicht en tuchtrecht en kunnen ter verantwoording worden geroepen als zij beroeps- en gedragsregels niet naleven. In het algemeen geldt dat de beschermde positie van de rechtzoekende (vrije advocaatkeuze) niet mag worden uitgehold, er geen verstrengeling van financiële belangen mag plaatsvinden (strijd met o.a. onafhankelijkheid), derden mogen geen belang krijgen bij de uitkomst van de zaak (strijd met o.a. partijdigheid, belangenverstrengeling), en de cliënt moet zicht hebben op wat er met de zaak gebeurt (strijd met o.a. integriteit).”

 Op assurantietussenpersonen rust volgens hem een wettelijke zorgplicht (ex artikel 7:401 BW). “Een tussenpersoon moet handelen als een ‘redelijk bekwaam en handelend tussenpersoon’. Daarnaast volgen uit de Wet Financieel Toezicht (W ft) specifieke publiekrechtelijke normen, zoals informatieverplichtingen. Op grond van de W ft zijn tussenpersonen verplicht om voldoende en juiste informatie te geven. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) kan handhavend optreden bij schending van dergelijke normen. Wanneer bovendien sprake is van evidente misstanden kan de AFM ingrijpen op grond van art. 4:24a W ft. Op grond van dit artikel dienen financiële dienstverleners op zorgvuldige wijze de gerechtvaardigde belangen van de consument of begunstigde in acht te nemen en te adviseren en handelen in het belang van de consument of begunstigde.”

“ Het is voor personen met letselschade van groot belang dat zij zich tot dienstverleners kunnen richten, die werken volgens afgesproken kwaliteitsstandaarden. De professionals uit de branche zijn verenigd in De Letselschade Raad (DLR). DLR heeft het Nationaal Keurmerk Letselschade (NKL) in het leven geroepen. Het NKL is een overkoepelend kwaliteitskeurmerk voor alle professionals werkzaam in de letselschadebranche. De organisaties die gezamenlijk DLR vormen, nemen unaniem afstand van het betalen voor dossiers als methode om nieuwe letselschadezaken te verkrijgen. In het NKL staan alleen partijen die zich houden aan strikte regels die de bescherming van slachtoffers voorop stellen. Hier wordt vanuit het NKL op toegezien. Voor slachtoffers dient het NKL dan ook als een waarborg voor kwalitatief goede bijstand, door ervaren beroepsbeoefenaars. Het NKL stelt slachtoffers zo in staat om geïnformeerd een keuze te maken voor professionele dienstverlening. Vanuit DLR wordt gewerkt aan brede bekendheid van het NKL.”

“ De bestaande norm- en regelgeving bieden voldoende adequaat bescherming aan slachtoffers met letselschade tegen malafide praktijken, waardoor een provisieverbod wat mij betreft nu niet aan de orde is”, besluit minister  Weerwind.

Foto Rijksoverheid/Foto Martijn Beekman