“Veel consumenten weten heus wel dat ze met hun financiën aan de slag moeten, maar ze doen het niet. Deels omdat ze er de urgentie niet van inzien, deels omdat ze niet beschikken over de competenties die nodig zijn voor financiële zelfredzaamheid en deels omdat ze niet weten wat ze niet weten. Ondertussen gaat de overheid wel uit van de zelfredzaamheid van consumenten. Maar zelfredzaamheid is een illusie. In zijn gisteren – voor het tweede jaar op rij – online uitgesproken nieuwsjaarsrede vroeg Adfiz-voorzitter Roger van der Linden volop aandacht voor de financiële weerbaarheid en zelfredzaamheid van consumenten. “Overheid, Consumentenbond en AFM, stop met het voor de gek houden van jezelf, burgers en bedrijven! De calculerende klant bestaat niet. En een nog grotere informatieload gaat niet bijdragen aan het maken van rationelere keuzes. Integendeel!”
De Adfiz-voorzitter zei dan ook met een missie te staan. “Het is namelijk bedroevend gesteld met de financiële weerbaarheid van een hele grote groep gezinnen en bedrijven. We hebben we met een serieus probleem te maken hebben. Een probleem dat we niet langer voor ons uit mogen schuiven. Niet op het – al volle – bordje van volgende generaties mogen leggen. Want die financiële weerbaarheid…; dat is écht wel een dingetje. “
Hij verwees daarbij onder meer naar de resultaten van een onderzoek naar de financiële gezondheid van Nederlandse huishoudens waaruit onder meer bleek dat maar liefst vijftig procent van de Nederlandse huishoudens financieel ongezond is. Eén op de twee huishoudens! Dat zijn absurde cijfers voor een land dat tot de top 5 van rijkste landen ter wereld wordt gerekend. En vergis u niet: dit betekent niet dat er bij die vijftig procent die wel financieel gezond is, geen winst valt te behalen. Want ook daar is nog genoeg ruimte voor verbetering.”
. Van der Linden benadrukte dat deze cijfers niet zomaar ten goede zullen keren. “Sterker nog; ik voorspel dat de financiële gezondheid van burgers, en daarmee ook van bedrijven, alleen maar zal afnemen als we nu geen actie ondernemen. En dan bedoel ik echte actie. Dus niet het zoveelste informatiedocument en dan maar hopen dat de consument wel in actie komt. Of de zoveelste slimme kiesomgeving optuigen in de hoop dat die het probleem oplost, terwijl we weten dat het een hele uitdaging is om de consument überhaupt bij die kiesomgeving te krijgen. En ook niet: roepen dat een abonnement onzin is omdat het allemaal vrij eenvoudig is. Want daarmee wordt de bal te veel bij de consument gelegd. De consument bij wie het nogal eens – zoals de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid schreef – aan ‘doenvermogen’ ontbreekt ”
Wat is er dan wel nodig om consumenten in beweging te brengen en te houden om ze zo financieel weerbaarder te maken? Van der Linden: “De echte actie, waar ik het eerder over had is financieel advies. Want als iets het financieel gedrag van mensen verandert dan is dat wel financieel advies. Dat maakt mensen weerbaarder. Het is zonneklaar dat veel mensen juist baat hebben bij een professional die hen bij de hand neemt, die hen adviseert, die hen de knoop helpt doorhakken en die ervoor zorgt dat ze de juiste koers blijven varen. En die disciplinerende werking gaat uit van de interactie tussen de klant en zijn financieel adviseur, en nergens anders van. Daar ben ik – en met mij vele collega-adviseurs – heilig van overtuigd. Maar ook instituten als de WRR, de Nationale Ombudsman eb het Nibud. Helaas wil die boodschap maar niet doordringen tot een deel van de politiek, de ministeries, de toezichthouders en de consumentenorganisaties. Of beter gezegd: het dringt misschien wel tot ze door, maar ze handelen er niet naar. Met andere woorden: ook hen ontbreekt het blijkbaar aan ‘doenvermogen’. Of in ieder geval aan het ‘de juiste dingen doenvermogen’.
Aan het slot van zijn nieuwjaarsrede zei Van der Linden hoopvol gestemd te zijn over de komst van het nieuwe kabinet dat ‘meer openheid nastreeft en wil werken aan verbinding met de samenleving’. “En met op de voor onze sector belangrijke post van Financiën een minister die tijdens haar succesvolle carrière als diplomaat in staat is gebleken om mensen van verschillende gezindten en van divers pluimage aan tafel te krijgen. En met elkaar tot overeenstemming te laten komen. En dat stemt me hoopvol. Hoopvol voor een toekomst waarin Nederlandse gezinnen en bedrijven financieel weerbaarder zijn. Wij zijn én blijven bereid mee te denken en mee te werken; aan ons zal het niet liggen. “