De in 2019 geconstateerde Europese pensioenspaarkloof is anno 2021 nog niet overbrugd: meer dan een derde van de respondenten uit 16 Europese landen spaart niet voor hun pensioen. Gelukkig scoort het Nederlandse pensioenstelsel beter: 78% van de Nederlanders doet dat wel, het merendeel via hun baan. Dit blijkt uit de resultaten van de tweede pan-Europese pensioenenquête van Insurance Europe.
Na een eerste enquête in 2019 vroeg Insurance Europe, de Europese brancheorganisatie voor verzekeraars, Europese burgers opnieuw om hun mening over het pensioen, waaronder Nederland waarvan de antwoorden vermeld staan in een aparte tabel. Van de respondenten die niet sparen voor hun pensioen, geeft 30% van de respondenten aan dat zij zich dit niet kunnen veroorloven (tegenover 15% in Nederland). 35% van de Nederlandse ZZP‘ers spaart niet voor een pensioen (38% Europees). Bijna een vijfde van de respondenten zeg dat COVID-19 een negatief effect heeft op hun pensioensparen. Van de Nederlandse respondenten is dit ongeveer een zesde. Dat is deels te verklaren doordat veel Nederlanders sparen via een werkgever.
Zekerheid belangrijke drijfveer
Bij het sparen voor het pensioen is de belangrijkste drijfveer: zekerheid voor de toekomst (49%). Waarbij men graag terugkrijgt wat men geïnvesteerd heeft. Met op nummer 2: de zekerheid dat de pensioenaanbieder aan zijn verplichtingen kan voldoen als men met pensioen gaat (36% Nederland versus 32% Europees). De kosten voor een pensioen zijn van invloed op de keuze voor een pensioenproduct (57% Europees tegenover 52% Nederland). Voor wat betreft het soort pensioenuitkering dat mensen willen ontvangen na pensionering, zijn de percentages voor Europa en Nederland gelijk: 43% ontvangt graag een van te voren vastgesteld bedrag op reguliere basis voor de rest van het leven.
De verschillen in antwoorden tussen landen worden bepaald door persoonlijke omstandigheden zoals leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, opleidingsniveau en werk.
