Per 1 mei jl. is Susan Mogony aan de slag gegaan als directeur van het NIVRE. In de eerste weken na haar aantreden is zij “steeds enthousiaster” geworden over haar nieuwe baan en werkomgeving, zo vertelt zij in een interview in het later deze week verschijnende Risk & Business Magazine. “Ik kende de expertisebranche niet echt, maar ik heb in korte tijd een enorme waardering gekregen voor het werk dat schade-experts doen in het bijstaan en begeleiden van gedupeerden na een schade. De recente stormen in Leersum en andere delen van het land zijn daar sprekende voorbeelden. Ik ben dan ook van mening dat experts best wat trotser mogen zijn op hun vak en hun NIVRE-titel.”
Dat zij de branche niet kende, is voor haar geen probleem. “Voorwaarde voor mij is dat ik een goed gevoel en affiniteit heb met de beroepsgroep voor wie ik werk. Dat was en is hierbij zeker het geval en gedurende de gesprekken met het bestuur werd ik steeds enthousiaster. De uitdaging waarvoor we als het NIVRE gesteld staan, zowel intern (verdere ontwikkeling van de organisatie) als extern (meer naar buiten treden), spreekt me bijzonder aan.”
Op de vraag hoe zij na twee maanden naar de beroepsgroep kijkt, antwoordt zij: “Zoals veel andere mensen had ik voorheen ook het idee dat de schade-expert ‘iemand van de verzekeraar’ was, wist niet dat zij objectief te werk gaan en ben daarnaast positief verrast over de hoge kwaliteitseisen die aan hen wordt gesteld en over de best forse PE-verplichtingen om hun kennis en vaardigheden up-to-date te houden. Ze hebben als dé hulpverlener van gedupeerden bij schade buitengewoon belangrijk werk. De recente stormen in Leersum en andere delen van het land en andere grote schades zoals in Beekse Bergen zijn daar sprekende voorbeelden. Als ik voorheen een schade zag, dacht ik vooral aan degene die de schade heeft geleden. Niet in mijn gedachte kwam de groep stille werkers van het eerst uur, de schade-experts, die aan de slag gaan om te helpen, zodat iemand na de schade weer verder kan. Wat dat betreft, zouden experts best wat trotser mogen zijn op hun vak en hun NIVRE-titel en hebben zij alle er alle recht toe die met verve meer te mogen uitdragen.”
Veel te doen
Wat kunnen en mogen de ingeschrevenen in het NIVRE-Register van jou als directeur verwachten? Susan: “Samen met het bestuur gaan we invulling geven aan het project ‘Samen naar de toekomst’, waarin drie zaken centraal staan: het bewaken van de kwaliteit, deskundigheid en aanwas van experts in een veranderende markt, blijven bouwen aan vertrouwen bij alle betrokken partijen en een duidelijke, meer actieve externe representatie en lobby naar buiten toe.”
Daarnaast staat er intern ook veel te gebeuren. Zo treedt het huidige bestuur grotendeels af, worden direct na de zomer de nieuwe voorzitter en bestuursleden bekend gemaakt: twee vanuit de werkgevers, twee vanuit de branches, een representant van NIVRE Start en een penningmeester. Tevens krijgt de Kamer een andere opzet en invulling en wordt er een Raad van Advies geïnstalleerd met drie vertegenwoordigers vanuit verzekeraars, consumentenorganisaties en de wetenschap. Ook die wordt binnenkort bekend gemaakt.
Neuzen in dezelfde richting te krijgen
Er ligt dus behoorlijk wat op het ‘bordje’ van de nieuwe directeur en het bestuur, maar daarvoor zegt zij niet weg te lopen. “Sterker nog, ik zie het als een geweldige uitdaging om daarmee samen met het bestuur en professioneel apparaat aan de slag te gaan. Iedereen is zich bewust van het feit dat er iets moet gebeuren, al is het volstrekt begrijpelijk binnen een organisatie als het NIVRE dat de ideeën over de nieuwe koers, de snelheid en invulling hiervan, van persoon tot persoon kunnen verschillen. Dat is organisaties eigen.”
De nieuwe NIVRE-directeur zegt het met het oog hierop op zich een goede zaak te vinden dat er onderling kritisch naar elkaar wordt gekeken ten aanzien van het kwaliteitsniveau, maar ook bijvoorbeeld naar de arbeidsmarkt. “Dat houd je scherp. We zullen dan ook goed naar elkaar toe moeten werken om de neuzen dezelfde richting in te krijgen en één gezicht naar buiten toe moeten vormen. Alleen samen kunnen we NIVRE naar het gewenste nieuwe, gewenste hogere level tillen en de belangen van de beroepsgroep en haar ontegenzeggelijke maatschappelijke meerwaarde beter en nadrukkelijker voor het voetlicht brengen, zowel bij opdrachtgevers, stakeholders en het brede publiek.”