Vertrouwen op voortbestaan bedrijven licht toegenomen

Het aantal ondernemers dat vertrouwt op minstens nog een jaar voortbestaan is tussen juni en september in nagenoeg alle sectoren van het niet-financiële bedrijfsleven gestaag toegenomen. Daarnaast heeft de coronacrisis tot september nog bij relatief weinig bedrijven geleid tot het ontslaan van eigen personeel. Wel nam volgens de ondernemers in veel bedrijfstakken de inzet van flexibel inzetbare medewerkers (ZZP’ers, uitzendkrachten, flexibele contracten) af. Dit meldt het CBS op basis van onderzoek naar de verwachte gevolgen van de coronacrisis, dat begin september onder bedrijven werd gehouden.

In de meeste bedrijfstakken verwachtte meer dan de helft van de bedrijven in september minstens nog een jaar te bestaan. Alleen in de horeca was dit een minderheid van 43% van de ondernemers. Wel nam het vertrouwen in minstens nog een jaar voortbestaan tussen juni en september in de horeca het meest toe. In juni dacht nog maar een kwart van de bedrijven een jaar te kunnen overleven, in september 43%.

In de verhuur en handel in onroerend goed is het vertrouwen in het voortbestaan het hoogst, 78% van de bedrijven dacht het in september minstens nog een jaar te kunnen volhouden. Op de tweede plek volgt de informatie- en communicatiesector, waar 70% van de ondernemers dit vertrouwen begin september uitsprak. 

Binnen bedrijfstakken grote verschillen in vertrouwen over voortbestaan

Het vertrouwen in het voortbestaan kan binnen bedrijfstakken sterk uiteenlopen. Zo verwachtte binnen de industrie 88 procent van farmaceutische bedrijven in september het minstens nog een jaar te kunnen volhouden en 78% van de bedrijven in de voedings- en genotmiddelenindustrie, terwijl amper 23% van de bedrijven in respectievelijk de basismetaal en de auto- en aanhangwagenindustrie dit vertrouwen op hetzelfde moment had. In laatstgenoemde branches gaf twee derde van de bedrijven aan niets te kunnen zeggen over hun voortbestaan.

In de transportsector zijn er grote verschillen in vertrouwen tussen post- en koeriersbedrijven (84%) en bedrijven in de luchtvaart (1%). In de luchtvaart gaf 97% van de ondernemers in september aan de overlevingskansen niet te kunnen inschatten. Eveneens opvallend zijn de verschillen in de sector cultuur, sport en recreatie: 31% van de ondernemers in de kunst en 49% in de sport en recreatie heeft vertrouwen in het voortbestaan, tegenover 88% bij loterijen en kansspelen en 75% bij bibliotheken, musea en natuurbehoud.

Vooral minder inzet flexibel inzetbare medewerkers door corona

In september gaven de meeste ondernemers aan dat hun vraag naar flexibel inzetbare medewerkers (ZZP’ers, uitzendkrachten, flexibele contracten) door de coronacrisis was afgenomen dan wel op hetzelfde niveau was gebleven. Meer vraag kwam nagenoeg niet voor. Uitzondering waren de post- en koeriersbedrijven, waar bij 71% van de bedrijven meer flexibel inzetbare medewerkers werden gebruikt. Bij luchtvaartbedrijven (96%) nam de vraag naar flexibel inzetbare krachten het meest af. In de cultuursector en horeca gaven circa 50 tot 60% van de ondernemers aan minder flexibele krachten te gebruiken door corona.

Ontslag vanwege de coronacrisis kwam tot september in de meeste sectoren relatief beperkt voor. In de meeste bedrijfstakken gaven 0 tot 10% van de bedrijven aan dat er werknemers waren ontslagen wegens de coronacrisis. Bedrijfstakken waar relatief veel bedrijven werknemers hebben ontslagen zijn de kunstsector (25% van de bedrijven) en de reisbranche (18%). Alleen in de detailhandel gaf meer dan 10% van de ondernemers aan dat ze juist meer werknemers hadden aangenomen tijdens de coronacrisis.

Ondernemers gaven daarnaast in september bijna net zo vaak aan dat werknemers die het bedrijf hebben verlaten, vervangen zijn, als dat ze aangaven dat deze niet zijn vervangen (in beide gevallen gemiddeld circa 20%).