Het ziekteverzuim onder werknemers van bedrijven en de overheid is in 2019 gestegen tot 4,4%. Dit betekent dat van elke duizend te werken dagen er 44 werden verzuimd wegens ziekte. In 2018 was het verzuim nog 4,3% en in 2014 3,8%. De zorg kent opnieuw het hoogste verzuim. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers uit de Kwartaalenquête Ziekteverzuim.
Verzuim wegens ziekte verschilt per kwartaal en is in het eerste en vierde kwartaal van het jaar altijd hoger dan in de rest van het jaar. In het laatste kwartaal van 2019 liep het ziekteverzuim op tot 4,5%. Alleen de eerste kwartalen van 2018 (4,7%) en 2019 (4,9%) kenden een hoger ziekteverzuim.
Verzuim opnieuw het hoogst in gezondheidszorg
De toename van het ziekteverzuim is vanaf 2014 zichtbaar in vrijwel alle bedrijfstakken. Alleen in de financiële dienstverlening is het ziekteverzuim afgenomen, tot 2,7%.
In 2019 werd door werknemers het meeste verzuimd in de gezondheidszorg, en bij waterbedrijven en afvalbeheer (beide 5,7%). Hoewel de gezondheidszorg pas sinds 2018 het hoogste ziekteverzuim kent, is het verzuim daar al jaren bovengemiddeld hoog. Vooral onder werknemers in verpleeg- en bejaardenhuizen is het verzuim hoog: op de duizend dagen werd door hen 68 dagen niet gewerkt vanwege ziekte.
Vóór 2018 was het ziekteverzuim het hoogst bij de overheid (5,5% in 2019). Ook in de industrie (5,%), vervoer en opslag (5,1%), en onderwijs (5,0%) lag het ziekteverzuim vorig jaar boven het gemiddelde. Traditioneel kent de horeca het minste verzuim door ziekte. In 2019 was het verzuim voor het eerst het laagst in de landbouw, met 2,6%, gevolgd door de horeca en financiële dienstverlening (beide 2,7%)
Het ziekteverzuim in de overige bedrijfstakken was als volgt: energievoorziening en delfstoffenwinning (4,1%), bouwnijverheid (4%), verhuur en overige zakelijke diensten (3,9%), overige dienstverlening en handel (beide 3,8%), cultuur, sport en recreatie (3,6%), informatie en communicatie en verhuur en handel in onroerend goed (beide 3,2%) en specialistische zakelijke diensten (3%).
Meer griep, verkoudheid en psychische klachten
Kwartaalcijfers over ziekteverzuim worden bepaald aan de hand van een enquête onder bedrijven. Daaruit is echter niet af te leiden met welke klachten werknemers verzuimen. De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA), een onderzoek onder werknemers dat het CBS samen met TNO uitvoert, heeft hier wel gegevens over (meest recente cijfers uit 2018).
Van de werknemers die in 2018 ziek thuisbleven had 44,1% griep
of verkoudheidsklachten bij het laatste verzuim. Dat is meer dan in 2014, toen 40,2% deze klacht noemde. Ook psychische klachten,
overspannenheid of burn-out werden in 2018 vaker genoemd: 7,2% tegen 5,7% in
2014. Ander vaak genoemde verzuimoorzaken zijn klachten, buik, maag of darmen
(8,4% tegen 9,6% in 2014), rugklachten (5,3%/6,1%), hoofdpijn (4,9%/5,3%),
klachten heup, benen, knieën en voeten (4,7%/5%) en klachten aan nek, schouders,
armen, polsen, en handen (4,6%/5,4%).
Minder vaak genoemde verzuimoorzaken zijn net als in 2014 vermoeidheid of concentratieproblemen (2,5%/2,8%), klachten luchtwegen (2,2%/2,7%), klachten hart- en vaatstelsel (1,5%/1,4%), klachten in verband met zwangerschap (1,4%/1,8%), klachten oren en ogen (1,2%/1,0%), huidklachten (0,6%/0,6%), en conflict op werk (0,6%/0,6%). Overige klachten lagen in 11% (11,9%) ten grondslag aan het ziekteverzuim
Langste thuis bij psychisch verzuim
Werknemers die verzuimen met psychische klachten blijven het hoogste aantal dagen thuis. In 2018 verzuimden werknemers met dit soort klachten bij het laatste verzuim gemiddeld 59 werkdagen. Met een klacht aan het hart of vaatstelsel verbleven zieke werknemers gemiddeld 47 dagen thuis. Bij griep of verkoudheid was dat drie werkdagen, en bij het totaal van alle klachten 14 werkdagen.