De hernieuwde kijk op brandbestrijding is door de Programmaraad Incidentbestrijding van Brandweer Nederland unaniem bekrachtigd als set basisprincipes van brandbestrijding. Een mooie mijlpaal, waarover lector Brandweerkunde Ricardo Weewer onderstaand blog schreef op de website van IFV.
10 mei 2019 was een gedenkwaardige dag. Op die dag bekrachtigde de Programmaraad Incidentbestrijding (PRIB) van Brandweer Nederland unaniem De hernieuwde kijk op brandbestrijding als set basisprincipes van brandbestrijding. De programmaraad besloot ook dat De hernieuwde kijk vanaf nu mag worden aangeduid als de Basisprincipes van brandbestrijding. De bekrachtiging van deze basisprincipes door de PRIB is het sluitstuk van een lang proces waarin de Brandweeracademie en vele collega’s uit het veld hebben samengewerkt.
Brandweermensen moeten bij brand onder tijdsdruk besluiten nemen in een dynamische omgeving die ze niet dagelijks meemaken en die bij ieder incident weer anders is. Daarom is het belangrijk dat er voor brandbestrijding een eenvoudig afwegingskader bestaat dat enerzijds richtinggevend is, en anderzijds ruimte biedt om op basis van specifieke omstandigheden tot een veilige en passende aanpak te komen: de basisprincipes van brandbestrijding.
Dat de PRIB de basisprincipes heeft bekrachtigd is naar mijn idee een prachtig resultaat van een proces van enige jaren, waarin de Brandweeracademie en collega’s uit het veld hebben samengewerkt aan het brandweervak. Het is een kroon op ons werk. Het is namelijk niet eenvoudig om aan de basisprincipes van het vak te morrelen. Dat zou ook niet moeten, want dan zou iedereen die iets nieuws bedenkt de doctrine kunnen veranderen. Maar het is wel goed om na te denken over die basis onder het vak. Wie gaat daar eigenlijk over? En wie is er gemachtigd om daar iets in te veranderen en onder welke voorwaarden? Hoe worden nieuwe principes gevalideerd? Wie bepaalt er wat goed is en wat niet? Allemaal goede vragen. Naar mijn idee zijn er de afgelopen decennia in ons vak iets te gemakkelijk zaken ingeslopen die onvoldoende zijn gevalideerd of die de beginselen te ingewikkeld hebben gemaakt. Dat kreeg ik ook terug van de collega’s tijdens mijn rondgang langs kazernes in het land.
Hoe zijn de basisprincipes tot stand gekomen?
De basisprincipes van De hernieuwde kijk zijn gaandeweg ontwikkeld op basis van meerdere pijlers. Resultaten van onderzoeken die door de Brandweeracademie zijn uitgevoerd, zoals de onderzoeken in het kader van het kwadrantenmodel: de offensieve buiteninzet, Zutphen, rookgaskoeling en de defensieve buiteninzet. Maar zeker ook het onderzoek naar commandovoering, waar de menskant opeens heel sterk als nieuw element in de incidentbestrijding de aandacht kreeg. Daarnaast is er gekeken naar internationaal onderzoek en wat daaruit voor de Nederlandse praktijk kon worden gebruikt. Al deze resultaten zijn besproken en bediscussieerd met experts en collega’s uit binnen- en buitenland. Vervolgens was het tijd voor de vuurdoop en zijn ze besproken en bediscussieerd met collega’s op de posten.
Al snel bleek dat al die resultaten vooral onderstreepten wat we al wisten, maar in de loop der jaren wat vergeten waren. Of dat we het soms wat ingewikkelder hadden gemaakt dan strikt nodig was. Of soms tactieken of technieken in een innovatieve bui hadden geïmporteerd, zonder validatie. We kwamen al snel tot de conclusie dat, op een paar onderdelen na, het meeste al bekend was. Daarom noemden we het De hernieuwde kijk op brandbestrijding. We stoften als het ware oude principes af, waarmee we het brandweervak voor de praktijk konden vereenvoudigen. Tijdens de rondgang door het land bleek dat het voor velen herkenbaar was en goed aansloot bij de praktijk. Collega’s gingen het meteen uitproberen, er werd geleerd van de praktijk. Vele branden zijn door brandonderzoekers en kennisregisseurs gedeeld met de Brandweeracademie. Momenteel wordt er gewerkt aan een casuïstiekboek speciaal met branden waarbij de basisprincipes zijn toegepast. Een mooiere praktijkvalidatie kan ik mij niet voorstellen!
Toch kan het nog mooier. Onlangs organiseerden we in Nederland de IFIW, de International Fire Instructors Workshop. Specialisten uit de hele wereld kwamen in Arnhem bijeen. Ze bediscussieerden en kozen een aantal universele basisprincipes van brandbestrijding. Tijdens het eindcongres presenteerden zij hun eigen visies en kennis, maar ook de resultaten van de IFIW. De basisprincipes van brandbestrijding kregen grote internationale steun, een aantal universele principes komt een-op-een overeen met onze basisprincipes van brandbestrijding.
Verwerken in onderwijs- en oefenproducten
Nu de basisprincipes zijn bekrachtigd kan de Brandweeracademie deze verwerken in de onderwijsproducten. Inmiddels zijn de basisprincipes in de nieuwe ELO voor bevelvoerders opgenomen en wordt de ELO voor manschappen aangepast. Ook is er een bijscholingsprogramma ontwikkeld. Hierin wordt wat dieper ingegaan op de achtergronden van de principes. Ook wordt aandacht besteed aan de mensfactor en een werkwijze om de basisprincipes in oefenscenario’s te verwerken.
In de praktijk zien we nog wel dat er snel wordt teruggevallen op oude routines die jarenlang zijn ingesleten tijdens oefeningen en vaardigheidstoetsen. Het ontwikkelen en gebruiken van oefenscenario’s gebaseerd op echt gebeurde branden is een prima manier om de oude routines te vervangen door de basisprincipes van brandbestrijding. In veel regio’s wordt daaraan al gewerkt. Ook de scenario’s voor vaardigheidstoetsen worden vaak al aangepast. Voor de evaluatie van branden en oefeningen kan nu een checklist met de basisprincipes als referentie worden gebruikt. Dat maakt het evalueren objectiever en meer gestructureerd. Zo zijn er al regio’s die dit in de AAR (After Action Review) hebben verwerkt.
De Brandweeracademie is gestart met het project Validatie Basisprincipes van brandbestrijding. Samen met brandonderzoekers en kennisregisseurs worden casussen verzameld, onderzocht en geëvalueerd en met duiding weer teruggeven aan het veld. Het uiteindelijke doel is om een landelijke database met oefenscenario’s te creëren, voorzien van uitleg en leer- en evaluatiepunten gebaseerd op echte branden. Zo gaan we gaandeweg naar een veiligere en effectievere manier van brandbestrijding.
Zijn we nu klaar?
Ricardo Weewer: Ons vakgebied blijft in beweging: we moeten niet vastroesten. Er zijn nog twee belangrijke zaken die onderzocht worden en die wellicht tot een verdere vereenvoudiging van de basisprincipes kunnen leiden. Zo wordt er onderzoek gedaan naar de beste wijze van rookgaskoeling en wordt bekeken of de als ingewikkeld ervaren rookgaskoelingstechnieken daadwerkelijk nodig zijn. Daarnaast loopt er een onderzoek naar het voorkomen en bestrijden van rookgasexplosies.
Dat de Brandweeracademie samen met collega’s uit de praktijk deze basisprincipes heeft ontwikkeld via een proces van validatie – waarbij wetenschap én praktijk met elkaar in verbinding zijn gebracht, met als resultaat hanteerbare handelingsperspectieven voor de brandweermensen – was een van de grote wensen die ik in mijn lectorale rede heb uitgesproken. Ik ben er trots op dat we dat hebben bereikt en hoop dat een andere missie van mij, namelijk de Brandweeracademie als hét gezaghebbende kennisinstituut voor brandweer en brandveiligheid waar brandweermensen trots op zijn, daarmee ook grotendeels is bereikt.
De vijf basisprincipes van brandbestrijding zijn:Neem meer tijd (stop en denk na).Doe een buitenverkenning, met als doel de brandruimte van buiten te vinden en de brand van buiten te blussen.Beantwoord drie vragen tijdens de buitenverkenning: a. Waar zit de brand? b. Is de brand (van buitenaf) bereikbaar? c. Is er voldoende koelend vermogen? Als de brand van buitenaf kan worden gevonden, van buiten bereikbaar is en er voldoende koelend vermogen is, dan kan de brand van buitenaf worden geblust. Als dat niet kan, dan is het gebouw in principe verloren en moeten we defensief inzetten. Dit geldt in elk geval voor grote gebouwen. Als het gaat om een klein gebouw zoals een woning, of een gebouw met kleine ruimten, en er is voldoende koelend vermogen, dan is een offensieve binneninzet in het algemeen veilig mogelijk onder voorwaarden. Handel in dat geval zo: a. Denk in termen van de branddriehoek b. Pas deurcontrole toe c. Pas indien mogelijk of nodig antiventilatie toe (houd het gebouw dicht) d. Pas bij een uitslaande brand indien mogelijk een offensieve buiteninzet (voorheen transitional attack) toe e. Breng zo snel mogelijk water op het vuur f. Denk aan beperkingen van rookgaskoeling: kortste afstand naar de brand.Schat het potentiële brandvermogen in en neem voldoende koelend vermogen mee. Gebruik de vuistregels voor (potentieel) brandvermogen en benodigd koelend vermogen. |
Bron IFV
