Het aantal gevolmachtigden in Nederland is beperkt. In aantallen domineren de huisvolmachten, die bezien vanuit premievolume steeds groter worden. Volgens de huidige solvabiliteitsnormering voldoet bijna een derde niet aan de norm. De normering is echter aan herziening toe, omdat deze zowel ten positieve als ten negatieve een aantal essentiële elementen weglaat. De NVGA heeft een groot marktaandeel vooral onder grote serviceproviders en grote huisvolmachten. NVGA kantoren scoren qua solvabiliteit niet beter dan niet-NVGA kantoren. Dat concludeert het RiFD (Ratinginstituut Financieel Dienstverleners)) in haar vandaag verschenen ‘Marktflitsen special’, die tot stand is gekomen in samenwerking met Arthur Goes, adviseur en gespecialiseerd in de volmachtmarkt.
In de afgelopen 10 jaar zijn er volgens het RiFD veel volmachtkantoren (gevolmachtigden) van eigenaar gewisseld.” Kleine gevolmachtigden zijn gekocht door grotere en ook verzekeraars hebben kantoren gekocht. Dit zijn zonder uitzondering grote kantoren. Door al die overnames zitten er thans nog 22 gevolmachtigden in de zgn. run-off fase. Ze bestaan nog wel, maar gaan op termijn op in het volmachtbedrijf van de koper. In het verleden zijn er al een groot aantal kantoren uit de markt verdwenen, die inmiddels de run-off fase zijn gepasseerd.
Dit alles betekent dat de markt de afgelopen jaren verder is ingedikt. We houden feitelijk drie categorieën volwaardige spelers op de volmachtmarkt over. Dat zijn de huisvolmachten (volmachten voornamelijk voor eigen gebruik, 79%), de serviceproviders (volmachten waarin vooral risico’s van de subagenten worden ondergebracht, 17%) en de captives van de verzekeraars (4%). Ruim een derde (35,6%) van de huisvolmachten wordt gerekend tot de categorie klein (9mzet tot 2,5 miljoen euro), iets minder b(33,7%) tot de categorie middelgroot (2,5 tot 5 miljoen euro) en de resterende 30,7% tot de categorie groot (omzet meer dan 5 miljoen euro).Het gros van de geschatte premie van 4 miljard euro zit bij de grote en middelgrote kantoren.
Cijfers gevolmachtigden onder het vergrootglas
Doordat de gevolmachtigde zelf of via de eigen bemiddelaar de premie incasseert bestaan er veelal grote rekeningcourant schulden aan verzekeraars, meldt het RiFD. “ Deze zorgen aan de kant van de verzekeraar voor een solvabiliteitsbeslag (tegenpartij risico). Door de sterke concentratie van het aantal marktpartijen neemt het uitstaande obligo per partij fors toe en daarmee het solvabiliteitsbeslag. De aandacht bij verzekeraars neemt daardoor toe, waarbij naast de hoogte van de uitstaande schuld de inbaarheid een grote rol speelt.”
In de model Volmacht Samenwerkingsovereenkomst (VSV) tussen verzekeraars en gevolmachtigden worden afspraken gemaakt over de rekening-courant en de financiële verantwoording. Dit model is tot stand gekomen na overleg tussen Verbond en NVGA. Zo is er o.a. tussen marktpartijen afgesproken dat de solvabiliteit van het volmachtbedrijf minimaal 20% moet zijn. “Feitelijk steken verzekeraars hiermee hun kop in het zand, omdat de gevolmachtigde vaak een grote vordering, soms wel ter grootte van het balanstotaal, heeft op de bemiddelaar en deze op inbaarheid zou moeten worden getoetst”, aldus het RiFD, volgens wie 22% van de captives, 30% van de huisvolmachtkantoren en 35% van de serviceproviders of coöperaties een solvabiliteit kent die onder de genoemde minimale norm van 20% zit. Wel noemt het instituut het opvallend dat grotere huisvolmachten (22% onder de 20% norm) beter scoren dan serviceproviders (37%)
Op basis hierva adviseert het RiFD dat hier genuanceerder naar gekeken moet worden dan nu het geval is. Zo zou gekeken moeten worden naar:
• Is er een 403 verklaring (soort garantie) afgegeven vanuit de Holding?
• Ook al zitten de cijfers van de assuradeur boven de norm dan nog kan er een intercompany risico aanwezig zijn, waardoor de situatie minder gunstig is dan het lijkt.
• Wat is de vermogenspositie en zijn de resultaten van de eigen bemiddelaar?
• Waar zit het portefeuillerecht?
• Wordt er regelmatig geld aan het bedrijf onttrokken en zijn er zekerheden verstrekt?
“Feitelijk moet er dus een slag dieper worden gekeken en is de huidige norm aan herziening toe. Mogelijke oplossing is om voortaan alleen nog geconsolideerd te gaan kijken naar volmachtbedrijven, dus niet enkel naar de cijfers van de assuradeur”, aldus het RiFD.