Buitenlandse verzekeraars kunnen nu volledige dochterondernemingen oprichten in India

 

Buitenlandse verzekeringsmaatschappijen kunnen nu volledige dochterondernemingen oprichten in India, op voorwaarde dat ten minste één van de C-suite-leden een Indiaas staatsburger is.

In het kader van het ontwerp van de Indian Insurance Companies (Foreign Investment) Amendment Rules, 2025, stelt India voor om het huidige plafond van 74 % voor buitenlandse investeringen in Indiase verzekeraars te verhogen tot 100 %, op voorwaarde dat het governance- en prudentiële kader wordt versterkt. Als de regels in hun huidige vorm worden goedgekeurd, zouden ze de deur openen voor volledig buitenlandse verzekeraars, maar zou India toch blijven aandringen op regelgevende controle, residentieel key management en verbeterde waarborgen op het vlak van corporate governance.

Van 26% naar 100%)

Buitenlandse investeringen in Indiase verzekeraars zijn geleidelijk geliberaliseerd van 26% onder het oorspronkelijke kader van de Insurance Act, tot 49% in 2015 en tot 74% in 2021, in combinatie met voorwaarden inzake de samenstelling van de raad van bestuur, ingezeten bestuurders en winstretentie. In de begroting voor 2025 en het wetsvoorstel tot wijziging van de verzekeringswetgeving van 2025 heeft de regering haar voornemen bekendgemaakt om 100% directe buitenlandse investeringen in Indiase verzekeraars toe te staan, met als doel kapitaal aan te trekken, de penetratie van verzekeringen te vergroten en productinnovatie te stimuleren.

Het ontwerp van de Indian Insurance Companies (Foreign Investment) Amendment Rules, 2025, dat in augustus 2025 door het ministerie van Financiële Diensten is gepubliceerd, geeft uitvoering aan deze beleidswijziging door de Foreign Investment Rules voor Indiase verzekeringsmaatschappijen uit 2015 te wijzigen. In commentaren van vooraanstaande bedrijven wordt opgemerkt dat het ontwerp de basisstructuur van de regelgeving met betrekking tot de status van ‘Indiase verzekeringsmaatschappij’ en het toezicht door de Insurance Regulatory and Development Authority of India (IRDAI) handhaaft, terwijl de beperkingen op buitenlands eigendom worden versoepeld, mits aan een reeks voorwaarden op het gebied van governance en prudentieel toezicht wordt voldaan.

Hogere limiet en eigendomstests

Het belangrijkste onderdeel van het wetsontwerp is de afschaffing van de wettelijke limiet van 74% buitenlandse deelneming in een Indiase verzekeringsmaatschappij, waardoor tot 100% buitenlandse investeringen mogelijk worden, afhankelijk van het profiel van de investeerder via de automatische of de goedkeuringsroute. De regels blijven vereisen dat de verzekeraar in India gevestigd blijft en bij de IRDAI geregistreerd is. Ook wordt  de definitie van ‘buitenlandse investering’ verfijndzodat deze ook directe en indirecte deelnemingen omvat, evenals investeringen via tussenholdings.

Belangrijk is dat in het wetsontwerp het concept van een ‘Indiase verzekeringsmaatschappij’ wordt gehandhaafd als een maatschappij die in India is gevestigd en voldoet aan de voorgeschreven governancevoorwaarden, in plaats van die status uitsluitend te koppelen aan een meerderheidsbelang van Indiase aandeelhouders. Dit maakt 100% buitenlands eigendom mogelijk, terwijl de Indiase regelgeving en governancecontrole via de raad van bestuur, het management en prudentiële vereisten gehandhaafd blijven.

De wijzigingen zijn van toepassing te zijn op levens-, schade- en zelfstandige ziektekostenverzekeraars en, voor een groot deel, op in India gevestigde herverzekeraars. Buitenlandse bedrijven die overwegen om toe te treden of uit te breiden, kunnen daarom zowel primaire verzekerings- als herverzekeringsvergunningen onder het 100%-regime overwegen, met inachtneming van de sectorspecifieke IRDAI-voorschriften.

Samenstelling van de raad van bestuur en ‘Indiase mentaliteit en management’

Een centraal thema van de ontwerpregels is het waarborgen van de Indiase ‘mentaliteit en management’, zelfs wanneer het aandelenkapitaal volledig in buitenlandse handen kan zijn. De belangrijkste governancevereisten die in het ontwerp en de praktijknotities worden besproken, zijn onder meer:

  1. In India woonachtige bestuurders: Een minimumaantal bestuurders, waaronder de voorzitter of ten minste de helft van de raad van bestuur, moet in India woonachtig zijn om lokaal toezicht en verantwoordingsplicht te waarborgen.
  2. Onafhankelijke bestuurders: Voor beursgenoteerde verzekeraars en verzekeraars die boven de gespecificeerde drempels vallen, werken de regels samen met de Companies Act en de SEBI-normen inzake onafhankelijke bestuurders, waardoor de noodzaak van een betekenisvolle groep niet-uitvoerende, onafhankelijke bestuursleden wordt versterkt.
  3. In India woonachtige belangrijke leidinggevende functionarissen (KMP): Van de algemeen directeur/CEO, de hoofdfunctionaris en de hoofden van belangrijke controlefuncties (risico, compliance, actuariaat, interne audit) wordt verwacht dat zij in India woonachtig zijn, met passend toezicht door de IRDAI.

Deze maatregelen zijn bedoeld om tegemoet te komen aan de bezorgdheid dat 100% buitenlands eigendom anders de effectieve controle over het verzekeringsbedrijf, het risico en de behandeling van polishouders buiten India zou kunnen verschuiven. Voor buitenlandse promotors betekent dit dat het ontwerp van het bestuur niet achteraf kan worden bepaald. De structuren van de raad van bestuur en het senior management moeten vanaf het begin in overeenstemming zijn met zowel de Companies Act als de verwachtingen van de IRDAI.