Algemene Rekenkamer: Systeem en aansturing controles op WIA-uitkeringen bij UWV heeft jarenlang tekortgeschoten  

Het systeem en de aansturing van de controles op WIA-uitkeringen bij UWV heeft jarenlang tekortgeschoten, zo wijst onderzoek van de Algemene Rekenkamer uit. Dat heeft tot tienduizenden verkeerd vastgestelde uitkeringen geleid. De demissionair minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid neemt de aanbevelingen voor verbetering over. Maar dat volstaat niet, stelt de Rekenkamer, want ook het arbeidsongeschiktheidsstelsel schiet tekort.

Eerder heeft de Algemene Rekenkamer al vastgesteld dat de uitvoering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) onuitvoerbaar is geworden. Dat ligt aan de complexe regelgeving en het daarmee samenhangende tekort aan verzekeringsartsen. De demissionair minister van SZW denkt de WIA beter uitvoerbaar te kunnen maken en minder foutgevoelig. Zij verkent een herziening van de dagloonsystematiek.

De Rekenkamer stelt dat een hoger tempo nodig is bij de vereenvoudiging van de WIA. Het is belangrijk dat de politieke partijen dit betrekken bij hun onderhandelingen over een coalitieakkoord voor een nieuw kabinet. Een goede uitvoerbaarheid van de WIA is nodig, ook om te voorkomen dat langdurig zieke werknemers in onzekerheid verkeren over het recht op en de hoogte en duur van hun uitkering.

Fouten en gebrekkige beoordelingen leidden lang niet tot actie

De sterke toename in fouten bij WIA-uitkeringen kwam vooral door coronamaatregelen Sinds in de coronaperiode velen vanuit huis moesten werken, is het aantal fouten bij uitvoeringsorganisatie UWV bij het vaststellen van uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid sterk opgelopen. Het kwaliteitsmanagement bij UWV faalde zodanig dat beperkt onderbouwde sociaal-medische beoordelingen en fouten bij uitkeringen lang aanhielden.

Voor tienduizenden langdurig zieke werknemers zijn er tussen 2020 en 2024 fouten door UWV gemaakt bij de berekening van het maatmanloon, dagloon of de uitkeringsduur. Ook is in deze periode bij ongeveer een kwart van de beoordelingen door verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen door ontoereikende rapportages niet na te gaan of deze juist zijn. Het is dan onzeker of de belastbaarheid van mensen voor werk juist is beoordeeld, en de duur en mate waarin iemand arbeidsongeschikt is.

Een eenzijdige focus op het wegwerken van wachtlijsten voor de WIA en een blinde vlek bij het UWV-bestuur en de minister van SZW voor de juistheid van uitkeringen hebben eraan bijgedragen dat niemand aansloeg op de vele fouten in de uitkeringen. Dat schrijft de Algemene Rekenkamer op 3 december 2025 in het rapport Fouten bij WIA-uitkeringen: blind voor de signalen, burgers geraakt. 

De regelgeving voor arbeidsongeschiktheid (WIA) is door de ingewikkeldheid al foutgevoelig. Medewerkers moeten daarnaast werken met veel verschillende en verouderde IT-systemen, en veel werkzaamheden handmatig verrichten. Bovendien was de aanpak bij UWV vooral gericht op het verminderen van de lange wachtlijsten voor nieuwe beoordelingen. De minister van SZW is te afwachtend geweest bij het vereenvoudigen van de regelgeving en heeft bovendien een blinde vlek gehad voor het zwakke kwaliteitsmanagement bij UWV. Het rechtmatigheidscijfer voor WIA-uitkeringen dat de minister met UWV heeft afgesproken, was steeds bijna 100% werkte onterecht geruststellend.

Waarschijnlijk 32.770 mensen onjuiste WIA-uitkering

Het onderzoek van de Rekenkamer is op verzoek van de toenmalige minister van SZW uitgevoerd. De schattingen van UWV dat in de periode 2020 tot en met 2024 waarschijnlijk 32.770 mensen een te lage of juist te hoge WIA-uitkering hebben ontvangen, noemt de Rekenkamer realistisch. Daar voegt zij aan toe dat naar schatting 400 mensen onterecht geen WIA-uitkering kregen en 1.600 mensen onterecht juist wel.

Tijdens de coronapandemie moesten UWV- medewerkers noodgedwongen thuiswerken, waren er minder kwaliteitscontroles en werkte het kwaliteitsmanagementsysteem bij de betrokken UWV-divisie niet goed. Hierdoor was niet duidelijk wat de gevolgen van fouten waren voor uitkeringsgerechtigden, zijn signalen genegeerd en werden veel meer fouten gemaakt dan voorheen.

UWV is begonnen met een hersteloperatie waarbij 43.000 uitkeringen op juistheid van het dagloon worden gecontroleerd (op basis van risicoanalyse). UWV heeft niet de mankracht om alle 252.000 nieuwe uitkeringen uit de periode 2020-2024 te controleren op alle mogelijke fouten.

Te weinig aandacht voor kwaliteit bedrijfsvoering UWV

De onderzochte problemen bij de WIA brengen disfunctionele patronen en reflexen aan het licht in de sturingsrelatie tussen de minister van SZW en uitvoeringsorganisatie UWV.

Op het ministerie schort het aan aandacht voor de kwaliteit van de bedrijfsvoering bij UWV. Informatie die wordt uitgewisseld over de kwaliteit van dienstverlening is weinig concreet en er wordt niet altijd doorgevraagd. Het toezicht van de minister heeft te beperkte diepgang en scherpte. Er is geen gemeenschappelijke agenda voor de WIA-regelgeving bij de minister van SZW en de raad van bestuur van UWV. Dit belemmert de resultaten voor burgers.

Aanbevelingen om sturing en toezicht te verbeteren

Het bestuur van UWV meldt na getroffen maatregelen eind 2024 minder onjuiste WIA-beoordelingen. Maar de Rekenkamer stelt dat niet aangetoond is dat de maatregelen afdoende zijn om het aantal fouten naar een acceptabel niveau terug te dringen. Daarom doet het Hoog College van Staat aanbevelingen om de juistheid en controleerbaarheid van uitkeringen en beoordelingen meer op orde te brengen.

De autonome cultuur bij UWV – het kwaliteitsmanagement kan bij UWV per divisie variëren – geeft veel ruimte voor verschillen in kwaliteit tussen onderdelen en medewerkers. De sturing om tijdig zieke werknemers te beoordelen is sterker dan de aandacht dat op een juiste wijze te doen. Signalen dat de financiële rechtmatigheid hoog is, wekken ten onrechte de indruk dat er weinig fouten worden gemaakt.

Wil UWV sturen op de menselijke maat, dan moet eerst de basis voor het uitvoeren van wettelijke taken op orde zijn. Ministerieel toezicht op UWV moet zich scherper richten op de financiële risico’s die burgers lopen. Ook moeten uitkeringsgerechtigden zelf kunnen nagaan of de hoogte van hun uitkering plausibel is. Dit vereist een fundamentele aanpassing van de WIA. Die is ook voor de uitvoerbaarheid van deze wet noodzakelijk.

 

Naar het rapport