Nederlander vertrouwt financiële sector, al groeit zorg over gezondheid instellingen

Ruim de helft van de Nederlandse huishoudens heeft vertrouwen in de financiële sector, evenveel als een jaar eerder. Daarentegen is het aantal Nederlanders dat zich zorgen maakt over de financiële gezondheid van banken, verzekeraars en pensioenfondsen wel gegroeid. Dat blijkt uit een onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) onder ruim 2.400 huishoudens.

 Vertrouwen in Nederlandse publieke instellingen gedaald  

Het vertrouwen in financiële instellingen is het afgelopen jaar stabiel gebleven. 52% van de door DNB ondervraagde huishoudens geeft aan tamelijk veel of heel veel vertrouwen te hebben in financiële instellingen. De rest had niet zoveel of helemaal geen vertrouwen. Het vertrouwen in het bedrijfsleven, is ook op een vergelijkbaar niveau als vorig jaar.

Het vertrouwen in publieke instellingen is daarentegen wel afgenomen. Zo is het vertrouwen in de nationale politiek gedaald tot 18%, en in de ambtenarij tot 36%. Ook het vertrouwen in DNB daalde licht, maar is met 70% nog wel hoog te noemen. Dat Nederlanders minder vertrouwen hebben in publieke instellingen past in een algemene trend: in 2025 geeft nog maar 53% van de huishoudens aan tamelijk veel of heel veel vertrouwen in anderen te hebben, tegenover 62% in 2024. Het vertrouwen in de Europese Centrale Bank (ECB) is wel op een vergelijkbaar niveau als vorig jaar.

Toegenomen zorgen gezondheid financiële instellingen

Uit het onderzoek blijkt verder dat Nederlandse huishoudens iets minder vertrouwen hebben in de financiële gezondheid van banken, verzekeraars en pensioenfondsen dan een jaar eerder. In 2025 vertrouwt 66% van de ondervraagden erop dat banken het aan hen toevertrouwde geld te allen tijde kunnen terugbetalen. Bij verzekeraars ligt het vertrouwen op het nakomen van hun contractuele verplichtingen aan verzekerden op 60%. In 2024 lagen deze percentages op respectievelijk 71% en 63%.

De grootste afname zien we bij pensioenfondsen. Waar in 2024 nog 57% van de ondervraagden er vertrouwen in had dat fondsen hun toezeggingen aan pensioengerechtigden kunnen nakomen, is dat percentage nu 51%. Het vertrouwen dat het eigen pensioenfonds hiertoe in staat is, ligt met 57% dan weer wat hoger.

Financiële positie stabiel

De afname van vertrouwen in de financiële gezondheid van banken, verzekeraars en pensioenfondsen is opvallend. Er hebben namelijk geen concrete veranderingen plaatsgevonden. De financiële positie van pensioenfondsen en verzekeraars is in het afgelopen jaar stabiel gebleven en die bevindt zich al meerdere jaren op een relatief hoog niveau.

Ook banken staan er financieel sterk voor. De winstgevendheid is de laatste jaren, mede dankzij hogere rentes en een goed presterende Nederlandse economie, toegenomen. Door dalende rente-inkomsten zijn hun winstmarges afgelopen jaar wel iets onder druk komen te staan.

Vertrouwen in de financiële sector stabiel

Ondanks dat het vertrouwen in de financiële gezondheid van instellingen is afgenomen, blijft het algehele vertrouwen in de financiële sector stabiel. Dat laat zien dat financiële gezondheid niet de belangrijkste reden is waarom mensen vertrouwen hebben in financiële instellingen. Ondervraagden noemen vooral hun eigen ervaringen, het toezicht op de sector en een algemeen gevoel als basis voor hun vertrouwen.