IUMI-voorzitter Fréderic Denèfle: Vertraging globalisering luidt ‘brave new world’ in; geopolitieke conflicten en verschuivende handelspatronen zorgen voor herdefiniëring risico’s en kansen voor maritieme verzekeringssector

Maritieme verzekeraars staan voor grote veranderingen nu de wereld het einde nadert van een tijdperk van globalisering. Die worden sprak IUMI-voorzitter Frédéric Denèfle in zijn openingsrede van het IUMI-Congres in Singapore.  Hij stond stil bij de steeds verdergaande verschuivingen in de wereldhandel , een thema dat hij al eerder aan de orde heeft gesteld tijdens IUMI-conferenties, maar dat volgens hem nu een kritiek keerpunt heeft bereikt

“Het einde van de globalisering nadert met rasse schreden. We hebben de afgelopen jaren al een vertraging gezien, maar na COVID is deze trend versneld. Hoewel de onzekerheid over de Amerikaanse invoerheffingen is afgenomen, zorgen escalerende handelsspanningen en regionale conflicten voor een hervorming van de fundamenten van de internationale handel. De conflicten in Oekraïne/Rusland en de Rode Zee herinneren ons er op pijnlijke wijze aan dat harde nationale belangen voorrang krijgen boven internationale samenwerking en vreedzame economische groei.”

In zijn conferentieworkshop “Re-Globalisation – Geopolitics and Trade” legde Denèfle uit dat “de veranderende omgeving niet het einde van de internationale handel betekent, maar eerder een overgang naar een nieuw tijdperk, een tijdperk dat maritieme verzekeraars moeten begrijpen. Traditionele scheepvaart- en logistieke praktijken worden ontwricht. De mondiale handelsomgeving evolueert niet langer naar naadloze integratie. In plaats daarvan neemt fragmentatie toe, wat nieuwe uitdagingen en nieuwe kansen creëert voor risicobeoordeling, verzekering en innovatie.”

Volgens Denèfle was deze verandering al op een aantal manieren merkbaar, waaronder schepen die risicovolle regio’s vermijden en langere, duurdere routes gebruiken, een mogelijke heropleving van het binnenlands vervoer en nearshoring, stijgende goederenprijzen en de daaruit voortvloeiende effecten op de inflatie, reorganisatie van grensoverschrijdende toeleveringsketens, waardoor investeringen in nieuwe infrastructuur aan de kust nodig zijn en toenemende afhankelijkheid van kunstmatige intelligentie, alternatieve handelscorridors en opkomende markten. Deze dynamiek zou volgens hem kunnen leiden tot een nieuw type scheepvaartindustrie – een industrie die flexibeler, technologischer en strategisch gediversifieerder is.

Ondanks deze mogelijke verschuivingen sloeg Denèfle een optimistische toon aan en benadrukt hij de robuustheid en blijvende relevantie van de maritieme verzekeringssector:“De maritieme verzekeringsmarkten blijven stabiel.  De financiële ratings zijn sterk en het vertrouwen in verzekeraars blijft groot. Natuurlijk kan een scherpe daling van de internationale handel van invloed zijn op de wereldwijde premievolumes, wat betekent dat we onze bedrijfsplannen en acceptatiebeleid zouden moeten herzien. Maar voorlopig toont onze sector een opmerkelijke veerkracht. Maritieme verzekeraars hebben zich altijd aangepast aan veranderingen – en dat zal in deze periode niet anders zijn. Wat we nu meemaken is niet het einde van de wereldhandel, maar het begin van een nieuw tijdperk. Om succesvol te zijn, moeten we deze verschuivingen volledig begrijpen, innovatie omarmen en vertrouwen en veerkracht blijven opbouwen in alles wat we doen.”