Eerste landelijke onderzoek naar PFAS in bloed wijst uit: Iedere Nederlander heeft het

 

Dat mensen meer PFAS(Per- en polyfluoralkylstoffen ) in hun bloed hebben dan de gezondheidskundige grenswaarde, wil niet zeggen dat mensen meteen ziek  worden door PFAS. Het betekent wel dat PFAS effect kan hebben in het lichaam. Het immuunsysteem kan bijvoorbeeld minder goed gaan werken. De effecten zijn afhankelijk van de hoeveelheid PFAS, de duur van de blootstelling en iemands persoonlijke gezondheidssituatie.Dit eerste landelijke onderzoek heeft als doel om te meten hoeveel PFAS in het lichaam zit van mensen in Nederland. Het RIVM onderzoekt hiervoor ook bloedmonsters uit 2025. Met deze kennis kunnen we in de toekomst volgen of maatregelen om de blootstelling te verlagen effect hebben.

PFOS(perfluoroctaansulfonaten) en PFOA(perfluoroctaanzuur ) meest gevonden

Het RIVM keek naar 28 verschillende PFAS in bijna 1.500 bloedmonsters. Dit geeft een goed beeld van de situatie in Nederland. In bijna alle bloedmonsters zijn minimaal zeven verschillende PFAS gevonden (PFOA, PFNA, PFDA, PFUnDA, PFHxS, PFHpS en PFOS). Vijf van de onderzochte stoffen  werden bij niemand aangetroffen. PFOS is het meest gevonden in het bloed, gevolgd door PFOA. Daarnaast keek het RIVM met extra aandacht naar de regio’s Dordrecht en rond de Westerschelde, omdat deze in de buurt liggen van fabrieken waaruit PFAS in de omgeving is terechtgekomen.  Bij inwoners uit de regio Dordrecht werd met name meer PFOA gevonden dan gemiddeld in Nederland. Rond de Westerschelde was met name de hoeveelheid PFOS hoger.

Belangrijk dat er minder PFAS in het lichaam komen

Het RIVM berekende in 2021 en 2023 dat mensen in Nederland uit voedsel en drinkwater te veel PFAS binnenkrijgen. De resultaten van het onderzoek in bloed bevestigen dat. Hoewel PFAS erom bekend staan dat ze moeilijk afbreken, kunnen ze wel langzaam uit het lichaam verdwijnen. Om de hoeveelheid PFAS op termijn onder de gezondheidskundige grenswaarde te laten komen, is het nodig dat mensen minder PFAS binnenkrijgen. Mensen kunnen contact met PFAS bijna niet voorkomen. Deze stoffen komen in heel Nederland voor in de bodem, en in voedsel en drinkwater. Het Voedingscentrum adviseert om gevarieerd te eten om minder PFAS binnen te krijgen. Mensen kunnen zelf wel opletten of er PFAS zitten in producten, zoals antiaanbaklagen, cosmetica en regenjassen.

Nederland werkt aan maatregelen tegen PFAS 

Vooral bedrijven en overheden kunnen maatregelen nemen, zodat mensen minder PFAS binnenkrijgen. Nederland werkt daarvoor vaak samen met andere Europese landen. In 2008 is de stof PFOS verboden en sinds 2020 ook de stof PFOA. Om vervanging van de ene PFAS met een andere te voorkomen, heeft Nederland samen met andere landen een voorstel gedaan voor een Europees

Voor het huidige onderzoek zijn bloedmonsters gebruikt uit 2016 en 2017. Voor een meer recent beeld gaat het RIVM nog onderzoek doen met bloedmonsters uit 2025. Ook in deze monsters worden verschillende soorten PFAS gemeten en vergeleken met de gezondheidskundige grenswaarde. De resultaten van dit onderzoek worden in 2026 verwacht.

Deze onderzoeken maken deel uit van het PFAS-onderzoeksprogramma. Het doel van dit programma is om in beeld te krijgen hoe de blootstelling van de Nederlandse bevolking aan PFAS verminderd kan worden. Daarvoor onderzoekt het RIVM hoeveel en op welke manieren mensen PFAS binnenkrijgen. Ook wordt onderzocht  hoeveel PFAS er in het milieu en de mens zitten. Het PFAS-onderzoeksprogramma is een opdracht van de ministeries van VWS(Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)IenW(Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ) en LVVN(Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur ).