De indicatievegemiddelde dekkingsgraad van pensioenfondsen is in juni gestegen naar 124%. De aandelenrendementen, in combinatie met een rentestijging, zorgden voor een toename van de dekkingsgraad. De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, bleef in juni met 118% stabiel. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon.
De wereldwijde financiële markten werden in de afgelopen maand beïnvloed door een aantal belangrijke ontwikkelingen. De Verenigde Staten van Amerika (VS) verdubbelde de tarieven op staal- en aluminiumimport tot 50%, wat grote exporteurs zoals Canada en Mexico trof, terwijl het Verenigd Koninkrijk een tijdelijke vrijstelling verkreeg. De Europese Centrale Bank zette haar renteverlaging voort en verlaagde de depositorente tot 2% omdat de inflatie onder het doel bleef. Toenemende geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten leidden tot een stijging van 11,7% in de Brent-olieprijzen, terwijl de Europese gasprijzen stegen na Israëlische aanvallen op Iran. De Europese Unie kondigde een nieuw sanctiepakket tegen Rusland aan, inclusief verboden op transacties met Nord Stream-pijpleidingen en verdere beperkingen op import en export.
Daarnaast bereikten de VS en China een overeenkomst om de handelsspanningen te verminderen, waarbij China instemde met het aanpassen van zijn aanbod van zeldzame aardmineralen. Het Amerikaanse Hof van Beroep handhaafde de tarieven van president Trump onder de International Emergency Economic Powers Act. Te midden van speculaties over de mogelijke sluiting van de Straat van Hormuz door Iran stegen de olieprijzen. De markten lijken een lage kans op ernstige verstoringen in te prijzen.
De aandelenmarkten herstelden in juni enigszins na de volatiele maand mei. De Amerikaanse dollar is dit jaar uit de gratie en in juni daalde de koers van de dollar 3,6% ten opzichte van de euro. Een aandelenportefeuille van ontwikkelde markten die het dollarrisico voor de helft afdekte steeg 2,2%. Aandelen van opkomende markten stegen met 2,5%. In de eurozone liep de kapitaalmarktrente licht op waardoor de vastrentende waarde portefeuille daalde met 0,8%. Zo behaalde de meer risicovolle obligaties van hoge kwaliteit een positief rendement, credits 0,3%. Het rendement lagere kwaliteit, zoals high yield en emerging market debt, steeg in lijn met aandelen respectievelijk met ongeveer 1,5% en 2,0% door het gedaalde spreadrisico. Het totaal rendement van de portefeuille bedroeg 0,8%.
In juni steeg de risicovrije rente over de eerste 40 jaar met gemiddeld vijftien basispunten. De Ultimate Forward Rate (UFR), waarmee pensioenfondsen de waarde van hun toekomstige verplichtingen berekenen, kwam uit op 2,4%. Door de rentestijging nam de waarde van de verplichtingen af met ongeveer 2,9%. Door de stijging van het vermogen in juni met ongeveer 0,8%, steeg de dekkingsgraad met ongeveer 4,5%-punt.
Pensioenfondsen krijgen extra tijd voor afdekking renterisico
Minister Van Hijum heeft een voorgenomen besluit in consultatie gebracht dat pensioenfondsen tot een jaar extra tijd geeft om hun renteafdekking en beleggingsbeleid aan te passen na de transitie naar een nieuw stelsel (het zogenoemde nasorteren). Dit besluit, dat voor 1 januari 2026 moet ingaan, is bedoeld om fondsen de mogelijkheid te geven hun strategie te herzien zonder de druk van speculanten op de swapmarkt. Fondsen mogen alleen afwijken van hun beleid als dit in het belang is van de deelnemers en noodzakelijk is voor het strategisch beleggingsbeleid. Grote fondsen zoals PME en PFZW zijn blij met de extra tijd, hoewel ze voorzichtig zijn met het delen van hun plannen vanwege speculanten die willen profiteren van gedwongen verkopen.
“Hedgefondsen anticiperen al op deze veranderingen door langlopende swaps te verkopen en kortlopende te kopen”, zegt Frank Driessen, Director Wealth, Aon Nederland. Fondsen die hun renteafdekking nog niet hebben aangepast, staan voor een dilemma door de veranderende rentemarkt. “De beste strategie lijkt een gefaseerde aanpassing van de renteafdekking om marktimpact te minimaliseren”, geeft Driessen aan. “Het is goed dat daar, nu nasorteren mogelijk is, meer tijd voor is.”
Tijdslijnen
Waar de pensioenfondsen ontzettend druk zijn met het invaardossier en de implementatie van de Wtp (Wet toekomst pensioenen), ligt dat bij de verzekerde regelingen anders. De regeringscommissaris Fieke van der Lecq vindt dat de transitie van de verzekerde regelingen te traag gaat. Bijna 40% van die regelingen zou ervoor opteren om pas per 1 januari 2028 over te gaan. Een belangrijk speerpunt is om hen in beweging te krijgen. ‘’Ook wij vinden dat de werkgevers hier tijdig mee aan de slag moeten’’, zegt Driessen. ‘’De doorlooptijd van de overgang naar de Wtp wordt veelal onderschat. Het vergt veel tijd aangezien dit ook het moment is om het arbeidsvoorwaardenpakket in bredere zin te herijken. Door tijdig te starten kun je een optimale oplossing kiezen en word je niet vanwege naderende deadlines in een bepaald keurslijf gedwongen.’’