Het ziekteverzuim onder werknemers in Nederland blijft stijgen. Langdurige werkdruk en onvoldoende herstelmogelijkheden dragen daaraan bij. Werknemers ervaren steeds vaker een disbalans tussen werk en privé, wat leidt tot uitputting en uiteindelijk tot ziekteverzuim. Dat heeft aanzienlijke financiële gevolgen voor werkgevers. Vorig jaar bedroegen de kosten voor werkgevers die loon moeten doorbetalen tijdens ziekteverzuim 8,1 miljard euro, zo blijkt uit de Arbobalans 2024 van TNO.
Een belangrijke factor in het toenemende ziekteverzuim is psychosociale arbeidsbelasting (PSA), waaronder werkstress, conflicten en emotioneel belastend werk vallen. In 2022 resulteerde PSA in 13,8 miljoen verzuimdagen, met een geschatte kostenpost van 4,4 miljard euro voor werkgevers.
.Licht dalende trend in stressvol werk
Er is volgens de Arbobalans 2024 sprake van een licht dalende trend in stressvol werk, de combinatie van hoge taakeisen en lage autonomie, bij werknemers. Bij zzp’ers ligt het percentage dat stressvol werk ervaart aanzienlijk lager en dit is vrij constant in de afgelopen jaren. Ook is er sprake van een licht dalende trend in het percentage werkenden dat buiten kantooruren werkt; soms of regelmatig ’s avonds ’s nachts of in het weekend. Dat geldt zowel voor werknemers als voor zzp’ers.
Ook nemen de onderzoekers een duidelijke trend waar in het thuis werken. Voor de coronapandemie schommelde het percentage werknemers dat doorgaans thuis werkt tussen de 2% en 2,5%. In 2020 en 2021 was dit percentage respectievelijk 15% en 14%. Daarna is dit percentage afgenomen, maar in 2023 is het nog steeds aanzienlijk hoger dan voor de pandemie (7,5%).
Invloed technologie
Technologische ontwikkelingen kunnen invloed hebben op de kwaliteit van het werk. Driekwart van de werknemers noemt een of meer veranderingen door technologische ontwikkelingen. Vaak wordt genoemd dat het werk door technologie makkelijker is geworden, dat zij hierdoor meer informatie kunnen verwerken en meer werk in dezelfde tijd kunnen doen. Op het gebied van toezicht op het werk, mentale en fysieke belasting en leuk werk geeft meer dan de helft van de werknemers aan dat zij geen verandering hebben ervaren door technologie. Wanneer er wel sprake is van een verandering gaat het vaker om meer toezicht dan minder toezicht, vaker om lichamelijk lichter dan om lichamelijk zwaarder, vaker om mentaal zwaarder dan mentaal lichter, en vaker om veiliger dan om onveiliger.
Sectoren
In de zorgsector, en dus ook in zorg- en welzijnsberoepen, zien de onderzoekers relatief ongunstige kwaliteitsindicatoren, met name op het gebied van de psychosociale arbeidsbelasting. In deze sector ervaren werknemers meer stressvol werk, emotioneel zwaar werk en meer ongewenst gedrag. Daarnaast is ook de fysieke belasting relatief hoog. In de landbouw, vervoer, horeca en bouw speelt vooral de fysieke belasting een rol. Daarnaast worden werknemers in deze sectoren (met uitzondering van de horeca) vaker geconfronteerd met omgevingsbelasting zoals lawaai en gevaarlijke stoffen en is er vaker sprake van gevaarlijk werk.
Effecten gezondheid
Bij werknemers zien de onderzoekers het percentage burn-outklachten toenemen van 13% in 2015 naar 19% in 2023. In 2020, het jaar van de coronapandemie, was er echter een daling. In de jaren daarna stijgen burn-outklachten weer tot het niveau van voor 2020, en het percentage komt zelfs hoger uit dan voorgaande jaren.
Zzp’ers rapporteren in het algemeen een betere gezondheid en minder burn-outklachten dan werknemers. Wel zijn de burn-outklachten onder zzp’ers de afgelopen jaren gestegen van 7% in 2015 tot 11% in 2023. Het percentage werknemers met chronische aandoeningen blijft al jaren ongeveer gelijk en betreft ongeveer 36%. Het percentage dat aangeeft dat deze aandoening (deels) een gevolg is van het werk is iets gedaald ten opzichte van 2022. In 2023 geeft 6% aan dat de aandoening hoofdzakelijk en 16% deels een gevolg is van het werk.
Doorwerken
De gemiddelde leeftijd tot wanneer men wil doorwerken ligt bij werknemers al sinds 2015 op 63 jaar. De leeftijd tot wanneer men in staat denkt te zijn om het huidige werk voort te zetten ligt ongeveer op hetzelfde niveau. Dit is het gemiddelde voor alle leeftijdsgroepen. Wanneer alleen gekeken wordt naar de werknemers van 55 jaar ouder selecteren liggen deze leeftijden tussen de 66 en 67 jaar. Zzp’ers willen over het algemeen langer doorwerken en denken ook hiertoe in staat te zijn.
Ziekteverzuim
Het percentage werknemers dat in het afgelopen jaar verzuimd heeft is gestegen van 45% in 2015 tot 51% in 2023. In 2022 was het nog hoger, namelijk 58%. Het ziekteverzuimpercentage laat een zelfde beeld zien. Het stijgt van 4% in 2015 tot 4,8% in 2023, met een piek in 2022 van 5,2%.
Wanneer wordt gekeken naar de verzuimklacht van de laatste verzuimperiode is dit in verreweg de meeste gevallen een griep, verkoudheid of andere virusinfectie. Een verzuimperiode als gevolg van psychische klachten, overspannenheid en burn-out duurt het langst (gemiddeld 63 dagen) en wordt in 75% van de gevallen deels of hoofdzakelijk toegeschreven aan het werk. De drie meest genoemde oorzaken van werkgerelateerde verzuimklachten zijn te hoge werkdruk, besmetting op het werk en lichamelijk te zwaar werk. Dat geldt zowel voor werknemers als zzp’ers.. Wanneer werknemers te maken hebben met ongewenst gedrag door collega’s of leidinggevenden is de kans 1,5 keer zo groot dat zij het afgelopen jaar verzuimd hebben.
Arbeidsongevallen
Door 1,3% van de werknemers wordt in 2023 melding gemaakt van een arbeidsongeval in het afgelopen jaar dat tot een of meer dagen verzuim heeft geleid. Dat percentage is in de periode vanaf 2015 vrijwel stabiel gebleven. In sommige gevallen is de afloop dodelijk. Dat kwam in 2022 bij werknemers 25 keer voor. Tussen 2015 en 2019 kwam dit vaker voor en varieerde het aantal dodelijke arbeidsongevallen tussen de 35 en 45.
De meest genoemde oorzaak van het meest recente arbeidsongeval is psychische overbelasting (bijvoorbeeld door stress of intimidatie). Dit is in 2023 genoemd door 17% van de werknemers met een arbeidsongeval. Dit percentage is in de loop der jaren gestegen vanaf 14% in 2017. Andere veel genoemde oorzaken zijn ‘ergens aan gesneden of gestoten’ en ‘uitglijden, struikelen of andere val’.
De sector waar relatief veel arbeidsongevallen voorkomen is vervoer en opslag waar 3,3% van de werknemers in het afgelopen jaar een arbeidsongeval met een of meer dagen verzuim heeft gehad. Andere sectoren met relatief veel arbeidsongevallen met verzuim zijn de horeca en de landbouw.
Beroepsziekten
In 2023 rapporteert 3,9% van de werknemers een incidente beroepsziekte, dat wil zeggen een ziekte die in de afgelopen 12 maanden is ontstaan, hoofdzakelijk veroorzaakt is door het werk en die door een arts is vastgesteld. In 2016 was dit percentage nog 3,2%. Onder zzp’ers blijft het percentage incidente beroepsziekten redelijk constant (1,9% in 2023) en lager dan onder werknemers. Er zijn geen grote verschillen tussen sectoren, beroepsgroepen of persoonskenmerken in de incidentie van beroepsziekten.
Sterfgevallen als gevolg van een beroepsziekte schat het RIVM op 4.000, 2,4% van de totale sterfte in Nederland. Het grootste deel van de sterfte als gevolg van beroepsziekten treedt op na het werkzame leven. De meeste arbeidsgerelateerde sterfgevallen worden veroorzaakt door kanker, gevolgd door hart- en vaatziekten en aandoeningen aan de luchtwegen. In veel gevallen (ruim 70%) zijn deze sterfgevallen veroorzaakt door blootstelling aan stoffen.
De schattingen van de werkgerelateerde ziektelast in 2022 voor de werkzame en gepensioneerde bevolking samen geven aan dat de hoogste werkgerelateerde ziektelast komt door psychische aandoeningen (29% van de totale werkgerelateerde ziektelast), gevolgd door ziekten van de ademhalingswegen (23%), kanker (16%) en aandoeningen aan het bewegingsapparaat (16%).
Depressie veroorzaakt de meeste werkgerelateerde ziektelast in de werkzame beroepsbevolking (18% van de totale werkgerelateerde ziektelast). De longziekte COPD veroorzaakt de meeste werkgerelateerde ziektelast in de gepensioneerde beroepsbevolking (12% van de totale werkgerelateerde ziektelast).
Kosten van werkgerelateerde aandoeningen
De kosten voor werkgevers van loondoorbetaling bij werkgerelateerd verzuim zijn gestegen van € 5,1 miljard in 2015 tot € 8,3 miljard in 2023. Deze stijging is verklaarbaar door de stijging van de lonen, de groei in het aantal werknemers, maar ook door een toename van de gemiddelde verzuimduur.
Meer dan de helft (€ 4,9 miljard) van de totale kosten van het werkgerelateerd verzuim in 2023 zijn toe te wijzen aan verzuim door psychosociale arbeidsbelasting. Dit heeft vooral te maken met de lange duur van verzuim door deze oorzaak. Naast deze schatting van de kosten van loondoorbetaling bij werkgerelateerd verzuim zijn deze kosten ook apart berekend voor arbeidsongevallen en beroepsziekten.
Kosten van loondoorbetaling voor extra verzuim door arbeidsongevallen bedragen € 720 miljoen in 2023 en voor het extra verzuim door beroepsziekten € 4,4 miljard. In 2015 was het bedrag voor arbeidsongevallen nog € 390 miljoen en in 2014 voor beroepsziekten nog € 1,2 miljard (beroepsziekten zijn niet gemeten in 2015).
Ook deze stijgingen zijn grotendeels toe te schrijven aan het groeiend aantal werknemers en de stijging van de loonkosten. Het percentage werknemers met een arbeidsongeval is niet gestegen. Wel is in 2023 het percentage met een incidente beroepsziekte gestegen ten opzichte van voorgaande jaren.