Minder dan één procent van de gemiddelde blootstelling aan straling in Nederland, komt door de industrie en nucleaire installaties. De gemiddelde totale blootstelling aan straling in Nederland verandert al jaren nauwelijks. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM. Om de bevolking te beschermen is voor een aantal bronnen van straling vastgesteld hoe hoog de blootstelling mag zijn. Dit zijn de reguleerbare bronnen zoals industrie, nucleaire installaties of de lozingen van rioolwater uit ziekenhuizen. Medische behandelingen zelf vallen hier niet onder.
Het RIVM heeft een overzicht gemaakt van de blootstelling aan verschillende reguleerbare stralingsbronnen, consumentenproducten en fall-out in Nederland. Fall-out is de straling door radionucliden die in het milieu zijn gekomen na bovengrondse kernwapenproeven in de vorige eeuw of na de ongevallen bij kerncentrales (Tsjernobyl en Fukushima).Dit onderzoek is een vervolg op een eerdere inventarisatie die het RIVM in 2003 maakte.
De blootstelling aan straling in Nederland aan reguleerbare bronnen en fall-out is heel laag: gemiddeld per inwoner minder dan één procent van de totale blootstelling. De bijdrage van fall-out is daarvan het grootste, maar deze daalt al jaren doordat radionucliden vervallen.
Iedereen staat in het dagelijks leven bloot aan ioniserende straling. Dat komt onder meer doordat radionucliden van nature in de bodem en in bouwmaterialen zitten, maar ook in voedsel en water. Verder komt er straling uit de kosmos. De totale blootstelling komt voor het grootste deel door natuurlijk straling en medische toepassingen.Het RIVM deed dit onderzoek in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS.
Download rapport