Alle partijen die betrokken zijn bij het ontwerp, de bouw en het gebruik van een gebouw moeten gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor de veiligheid van dat gebouw. Opdrachtgevers, uitvoerders, gebouweigenaren en hun adviseurs moeten hun vertrouwen in de veiligheid van het gebouw onderbouwen met aantoonbare controle van bijvoorbeeld tekeningen en berekeningen, zeker wanneer er op enig moment iets verandert aan een gebouw.Dat stelt de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het onderzoeksrapport over de ingestorte hellingbanen van de parkeergarage bij het ziekenhuis in Nieuwegein.
Wettelijk kader om eindverantwoordelijkheid af te dwingen
De Onderzoeksraad wil dat de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening met een wettelijk kader komt om verantwoordelijkheden tussen bouwpartijen en gebouweigenaren expliciet te maken. Het moet volstrekt helder zijn wie in elke levensfase van een gebouw eindverantwoordelijk is voor de veiligheid van een gebouw.De Onderzoeksraad pleit voor het bijhouden van een actueel en volledig bouwdossier tijdens de gehele levensduur van een gebouw. Een bouwdossier is een essentieel middel voor toezicht, onderhoud en bij calamiteiten.
Rode draad in bouwonderzoeken: verantwoordelijkheden niet duidelijk belegd
Erica Bakkum, raadslid: ‘Na ons onderzoek naar de ingestorte hellingbanen in Nieuwegein zijn wij verbaasd over het ontbreken van regie en eindverantwoordelijkheid voor de veiligheid. De Onderzoeksraad heeft de afgelopen jaren verschillende onderzoeken gedaan naar instortingen van gebouwen. Als rode draad zien wij steeds het ontbreken van rolzuiverheid en het eenduidig beleggen van verantwoordelijkheden. Dat moet echt anders.’
Het voorval in het kort
In de avond van zondag 26 mei 2024 rond 21.50 uur bezweek de bovenste hellingbaan van de parkeergarage naast het ziekenhuis in Nieuwegein. Hierdoor stortten alle onderliggende hellingbanen ook naar beneden. Op dat moment waren er geen personen aanwezig op de hellingbanen en zijn er geen slachtoffers gevallen, terwijl de garage dagelijks intensief gebruikt werd. De instorting en de nasleep daarvan veroorzaakten veel materiële schade en overlast voor bezoekers van het ziekenhuis en omwonenden.
Bekijk het volledige rapport op de onderzoekspagina: ‘Instorting hellingbanen parkeergarage Nieuwegein’
.Aanbevelingen
Alle betrokken partijen hebben een verantwoordelijkheid om de constructieve veiligheid in de bouwsector te verbeteren en te borgen. Die verantwoordelijkheid moeten zij ook nemen. Daarom doet de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar aanleiding van het onderzoek naar de ingestorte hellingbanen bij de parkeergarage in Nieuwegein onderstaande aanbevelingen in gezamenlijkheid.
Aan de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO)
-
Zorg voor randvoorwaarden om de constructieve veiligheid van bouwwerken in
de ontwerp-, uitvoerings- en gebruiksfase beter te borgen:
a. Zorg voor een wettelijk kader waarin wordt omschreven hoe opdrachtgevers, bouwpartijen en gebouweigenaren de constructieve veiligheid tijdens alle fasen aantoonbaar moeten controleren. Daarbij gaat het onder meer om documenten, zoals tekeningen en berekeningen. Maak de verantwoordelijkheden van partijen expliciet.
b. Verbeter extern, onafhankelijk toezicht en handhaving op de constructieve veiligheid van gebouwen in alle fasen. Geef gemeentelijke Bouw- en Woningtoezichten (BWT) de bevoegdheid en de middelen om documenten
zoals tekeningen en berekeningen te weigeren die niet aantoonbaar gecontroleerd zijn.
c. Zorg ervoor dat in elk bouwproject één verantwoordelijk (hoofd- en/of coördinerend) constructeur wordt aangewezen en leg vast hoe deze persoon diens rol dient in te vullen.
d. Vergroot de naleving van de plicht die bouwpartijen en gebouweigenaren hebben om relevante constructieve wijzigingen en problemen te melden bij
de toezichthouder (het bevoegd gezag).
e. Zorg dat bij verplichte periodieke inspecties op constructieve veiligheid naast de gevolgen van falen van de constructie ook de kans daarop wordt meegewogen bij de keuze op welke bouwwerken de verplichting van toepassing is.
Aan Q-Park, Ballast Nedam en Primevest
-
Definieer duidelijke verantwoordelijkheden voor constructieve veiligheid en stel processen voor goedkeuring op:
a. Zorg voor een taakverdeling tussen opdrachtgevers, architecten, constructeurs, onderaannemers en leveranciers en leg deze vast.
b. Spreek af wie de hoofd- en/of coördinerend constructeur is en zorg dat deze eindverantwoordelijkheid kan nemen voor de constructieve goedkeuring.
c. Deel de ervaringen en lessen naar aanleiding van punt 2a en 2b met andere relevante partijen en breng hiervan openbaar verslag uit. - Zorg voor bekendheid met de constructieve veiligheid van gebouwen waarbij u
betrokken bent tijdens de bouw en het gebruik. Onder meer door middel van:
a. een proactieve kwaliteitscontrole: laat wijzigingen met impact op de
constructieve veiligheid altijd onderzoeken en berekenen. Voer in alle fasen
berekeningen en aantoonbare controles uit;
b. het zorgdragen voor een volledig gebouwdossier dat digitaal toegankelijk is voor
alle betrokken partijen, zowel tijdens de bouw als na oplevering gedurende de
levensduur van het bouwwerk;
c. het delen van de ervaringen en lessen naar aanleiding van punt 3a en 3b met
andere partijen en hiervan openbaar verslag uit te brengen.
Aan Q-Park en Primevest
- Voer periodieke gebouwinspecties uit om vroegtijdig structurele problemen te
detecteren. Monitor daarbij veranderingen in belasting en constructieve wijzigingen
en laat deze aantoonbaar berekenen. - Hanteer voor gebouwen onderhouds- en inspectieplannen met een bredere
risicobenadering die niet alleen naar gevolgen, maar ook naar de kans op falen van
de constructie kijkt. - Deel de lessen en ervaringen naar aanleiding van aanbeveling 4 en 5 met andere
relevante partijen en breng hiervan openbaar verslag uit.