| De kosten van ziekteverzuim voor werkgevers zijn gestegen van 5,1 miljard naar 8,1 miljard euro. In Nederland hebben werknemers maximaal twee jaar lang recht op loon tijdens ziekte. Dat is nergens in Europa zo lang.
De verplichting tot loondoorbetaling tijdens ziekte voelt voor veel werkgevers als een zware financiële verplichting, vooral voor kleine bedrijven. Naast het doorbetalen van het loon moet er vaak ook vervanging worden geregeld en bekostigd en zijn er nog de nodige re-integratiekosten die op het bord van de werkgever komen. Periode loondoorbetaling verkorten Bij de hervorming van de arbeidsmarkt zou de wetgever er goed aan doen ook aandacht te besteden aan de wens van veel (mkb-)ondernemingen om de periode van loondoorbetaling bij ziekte te verkorten. Dit verlicht de financiële druk op werkgevers. Een kortere periode van loondoorbetaling maakt het voor bedrijven ook aantrekkelijker om mensen in dienst te nemen. Een dergelijk besluit zou dan wel onderdeel moeten zijn van een grotere herziening van de arbeidsmarkt. Direct financiële gevolgen voor zelfstandigen Voor zelfstandigen zijn de gevolgen groter bij uitval. Zij ervaren daar vaak direct financiële gevolgen van omdat ze niet of onvoldoende verzekerd zijn. Daardoor werken zij wellicht sneller door met burn-outklachten. Beter signaleren en meer aandacht voor re-integratie Een betere signalering van burn-outklachten en meer aandacht voor re-integratie kunnen het ziekteverzuim terugdringen. Hulp van de werkgever in het herstelproces is noodzakelijk. Dat helpt de werknemer en kan voorkomen dat een terugval of een nieuwe ziekmelding volgt. Vaak is het zo dat hoe langer iemand arbeidsongeschikt is, des te kleiner de kans dat die persoon nog terugkeert. Sneller signaleren en ingrijpen dus. Dat vraagt iets van werkgevers, maar ook van werknemers.
Dit is een expertquote van Pascal Besselink, DAS.
|
