Een constructiefout bij tientallen viaducten kan in de toekomst grote verkeershinder veroorzaken. Doordat de constructies sneller slijten dan voorzien, bestaat de kans dat zwaar verkeer wordt geweerd, auto’s langzamer moeten rijden of er draagconstructies moeten komen, melden de Telegraaf en de NOS.
Minister Madlener van Verkeer schreef deze week aan de Tweede Kamer dat het bij Rijkswaterstaat om ongeveer honderd bruggen en viaducten gaat, daar komt nog een onbekend aantal bij dat door provincies worden beheerd. Allemaal zijn ze gemaakt met een tand-nokconstructie, die kwetsbaar blijkt voor water met strooizout. Doordat het water daarbij de wapening in het beton bereikt, treedt sneller roest op.De situatie is niet bij al deze constructies even ernstig; hoe urgent er moet worden ingegrepen hangt mede af van het bouwjaar, het ontwerp en de staat van het onderhoud.
Zes plekken op prioriteitenlijst
Zes plekken in het land werden daarna door Rijkswaterstaat op de prioriteitenlijst gezet: het Prins Clausplein bij Den Haag, knooppunt Velperbroek, twee bruggen over de Naardertrekvaart en de viaducten Kamperhoekweg (A6), Tielsestraat (A15) en De Tol (A1). In totaal gaat het om zeventien constructies, waarvan het ministerie erkent dat naar de huidige inzichten “dit type overgangen in het verleden anders geconstrueerd had moeten worden”.
Aanleiding voor de mededeling van Madlener waren Kamervragen over gewichtsbeperkingen voor knooppunt Velperbroek in de A12 bij Arnhem. Daar mogen sinds december geen zware vrachtwagens meer overheen; ze worden over het verkeersplein onder het viaduct geleid. Dagelijks gaat het daar om zo’n 750 voertuigen.
Madlener waarschuwt dat het plaatsen van een draagconstructie mogelijk verdere hinder oplevert, al is nog niet duidelijk hoeveel precies omdat er nog geen ontwerp ligt. Het is volgens hem ook nog niet duidelijk hoelang herstel zal duren en hoe duur dat zal zijn.Rijkswaterstaat benadrukt in De Telegraaf dat de wegdelen veilig te gebruiken zijn en goed in de gaten worden gehouden. Wel erkent de wegbeheerder dat alles eerder dan gepland veroudert, “waardoor de constructieve veiligheid op een gegeven moment niet meer kan worden gegarandeerd