In 2023 had 42% van de Nederlandse bevolking van 12 jaar of ouder angst- of depressiegevoelens in de afgelopen vier weken. Dat is een daling ten opzichte van 2022, maar nog altijd hoger dan in de jaren voor corona. Onder vrouwen komen angst- of depressiegevoelens meer voor dan onder mannen. 18- tot 25-jarigen hebben het vaakst dergelijke gevoelens. Dit melden het CBS en het Trimbos-instituut op basis van nieuwe cijfers uit de Gezondheidsenquête.
Het aandeel 12-plussers met angst- of depressiegevoelens (in de afgelopen 4 weken) nam tussen 2014 en 2020 toe, van 36 naar 40%. In coronajaar 2021 nam het toe naar 44%, een niveau dat aanhield in 2022. In 2023 is het aandeel mensen met angst- of depressiegevoelens weliswaar gedaald, maar ligt het nog altijd hoger dan voor corona.
Het aandeel vrouwen dat te maken had met angst- of depressiegevoelens lag op 48%, onder mannen was dat 37%. Dit verschil is sinds 2014 ongeveer hetzelfde gebleven.
Meeste angst- of depressiegevoelens onder jongvolwassenen
Onder mensen van 65 jaar of ouder is het voorkomen van angst- of depressiegevoelens tussen 2014 en 2023 nauwelijks veranderd. Onder de andere leeftijdsgroepen nam dit aandeel ten opzichte van 2014 toe, vooral onder 18- tot 40-jarigen. In de leeftijdsgroep van 18 tot 25 jaar (jongvolwassenen) spelen gevoelens van angst of depressie het meest: 53% van hen had deze gevoelens. 12 tot 18 jaar18 tot 25 jaar25 tot 40 jaar40 tot 65 jaar65 jaar of ouder0204060Angst- of
Vooral onder 12- tot 25-jarigen grote verschillen tussen mannen en vrouwen Onder vrouwen van 18 tot 25 jaar had 66 procent angst- of depressiegevoelens in de afgelopen vier weken. Dat is ruim anderhalf keer zo veel als onder mannen (40%) in die leeftijdsgroep. Onder 12- tot 18-jarigen had 27% van de jongens en 46% van de meiden angst- of depressiegevoelens. In de oudere leeftijdsgroepen komen angst- of depressiegevoelens ook meer voor bij vrouwen dan bij mannen, maar de verschillen zijn minder groot dan onder jongeren |